Alles over
Jouw zwangerschap
Zwanger zijn
Je bent zwanger!
Als je goed voor jezelf zorgt, dan zorg je ook goed voor je baby die in je groeit. Dat is een hele verantwoordelijkheid. Niemand doet alles goed. Maar als je je best doet, dan helpt dat voor de baby. En daar gaat het om.
Een aantal belangrijke punten hebben we er voor je uitgelicht.
Verder adviseren we je de site zwangerwijzer.nl te bekijken. Je vult een vragenlijst in. Daarna krijg je op maat adviezen over leefstijl, werk en mogelijke risicofactoren in je zwangerschap.
De volgende onderdelen zullen wij hier nog voor je uiteen zetten…
Leefstijl en adviezen
Goed voor jezelf zorgen tijdens je zwangerschap is belangrijk!
Om te zorgen dat het goed gaat met je kindje moet het ook goed met jou gaan en sommige zaken zijn beter om helemaal te laten tijdens de zwangerschap omdat ze je kindje kunnen schaden.
Hoe zit het moet voeding? Wat mag je wel en niet eten? En sporten? Mag dat nog? En hoe lang mag je daarmee doorgaan?
Wij geven graag informatie over wat je wel en vooral ook beter niet kunt doen tijdens je zwangerschap.
Lees Meer
Gezonde voeding Zoetigheid Vegetarisch eten Wat niet eten of drinken? Te veel vitamine A Meer informatie vind je op de website van het voedingscentrum. Waarschijnlijk slik je al foliumzuur. Als dat niet zo is en je nog maar kort zwanger bent, ga dan alsnog foliumzuur slikken. Slik elke dag een tablet foliumzuur tot en met de 10e week van je zwangerschap. Je hebt dan minder kans dat je een kind krijgt met een open ruggetje. Foliumzuur is een vitamine en heeft geen bijwerkingen. Open rug Wat is foliumzuur? Zonder recept Soms is het anders… Slik vitamine D of een multivitamine voor zwangere vrouwen. Vitaminepillen, eigen keus Meer informatie vind je op de website van het voedingscentrum. Alcohol, roken en drugs Hersenbeschadiging Weinig of veel? Foetaal alcohol syndroom Ben je gewend om zo nu en dan of vaker te drinken? Roken Meeroken Zie voor meer informatie de Brochure Rookvrij zwanger? Dat bevalt beter. Drugs Softdrugs Harddrugs Als je harddrugs gebruikt, kan stoppen tijdens de zwangerschap ontwenningsverschijnselen bij het ongeboren kind veroorzaken. Zoek professionele hulp als je stopt. Kijk voor meer informatie over drugs op www.drugsinfo.nl. Seks is heel persoonlijk, ook tijdens de zwangerschap. Mogelijk heb je meer zin in seks en beleef je het intenser. Mogelijk heb je er juist minder of geen behoefte aan. Dat kan per periode in je zwangerschap verschillen. Je lichaam verandert en je maakt ook in emotioneel opzicht een nieuwe periode door. Voor je partner werkt dat net zo. Wat er precies verandert en welke invloed dat heeft op je seksuele relatie is voor iedereen anders. Geen risico’s voor de baby Wanneer geen geslachtsgemeenschap? Emotionele veranderingen Lichamelijke veranderingen… ben ik nog mooi en aantrekkelijk? Ander orgasme Harde buik na orgasme Andere standjes als je buik dikker wordt Wat kun je verwachten? De eerste drie maanden van de zwangerschap De middelste drie maanden van de zwangerschap De laatste drie maanden van de zwangerschap Verschil in behoefte Half uur per dag Voordelen Kies de beweging die bij je past Sporten Risicovolle sporten terug naar het menu van deze pagina >>
Voeding
In verse groenten en fruit zitten belangrijke leveranciers van vitaminen, mineralen en vezels. Aardappelen, (volkoren)brood, rijst en pasta (zoals macaroni) zijn belangrijke energiebronnen. Melk, kaas, eieren, vlees, gevogelte en vis zijn belangrijk voor de calcium- en eiwitbehoeften van de groeiende baby en de moeder zelf. Boter, margarine, halvarine en vette vis voorzien in de behoefte aan vitamine A en D. Eet bij voorkeur voedsel dat vers is of vers bereid en bewaar dit zo kort mogelijk in de koelkast.
Wees zuinig met suiker en snoep niet overmatig.
Vegetarisch eten tijdens de zwangerschap kan zonder problemen. Als je geen vlees of vis eet, is het wel belangrijk om erop te letten dat je genoeg B-vitamines en ijzer binnenkrijgt. B-vitamines zitten vooral in volkorenproducten, aardappelen, peulvruchten, eieren en zuivelproducten.
Gepasteuriseerde melk of kazen kun je zonder risico gebruiken. Maar eet geen zachte kazen die gemaakt zijn van rauwe melk, zoals bijvoorbeeld brie en feta. Kijk op het label of er *au lait cru* opstaat. Dat betekent van rauwe melk gemaakt. Harde kazen kun je zonder bezwaar gebruiken. In rauwe melk kan de listeria-bacterie groeien. De bacterie kan nadelige gevolgen hebben voor je baby. Listeriose komt heel zelden voor.
Eet geen rauw of half rauw vlees zoals filet americain of biefstuk. Was groenten en fruit goed. In onvoldoende verhit vlees en in ongewassen groenten en fruit komen soms ziekteverwekkers voor die toxoplasmose kunnen veroorzaken. Besmetting tijdens de zwangerschap kan gevolgen hebben voor de ongeboren baby. Toxoplasmose komt vaker voor dan listeriose en kan ook ernstige gevolgen hebben voor je kind als je zwanger bent. Vrouwen die zich aan bovenstaande adviezen (proberen te) houden, hebben veel minder kans dat zij dit krijgen.
Eet liever geen orgaanvlees tijdens de zwangerschap, en niet meer dan eenmaal per dag een leverproduct zoals leverworst. In lever zit veel vitamine A. Teveel vitamine A kan schadelijke gevolgen hebben voor de ongeboren baby.Foliumzuur
Foliumzuur vermindert de kans dat je kind wordt geboren met een open rug, hazenlip of open gehemelte.
De kans op een open rug is in Nederland ongeveer 6 op 10.000. Het is gelukkig een kleine kans, maar als je foliumzuur gebruikt is die kans nog kleiner.
Foliumzuur is een vitamine (vitamine B11). Het komt voor in groenten, fruit, volkorenproducten, vlees en zuivel. Normaal krijg je genoeg binnen als je gezond eet. Maar nu je zwanger bent heb je meer nodig. Je moet wel een halve kilo spruitjes eten of 50 bonen om genoeg binnen te krijgen. Foliumzuur heeft geen bijwerkingen en is niet schadelijk.Hoe lang gebruiken?
Neem elke dag een tablet van 0.4 tot 0.5 mg foliumzuur. Blijf slikken tot je 10 weken zwanger bent. Het is niet nodig om het langer te gebruiken, maar ook niet schadelijk om dit wel te doen. Een teveel aan foliumzuur plas je gewoon weer uit. Het is een gezonde vitamine.
Je kunt foliumzuur kopen bij een drogist of apotheek. Je hebt er geen recept voor nodig van een dokter. Vraag naar tabletten van 0,4 of 0,5 milligram. In multivitaminen voor zwangere vrouwen zit ook genoeg foliumzuur.
Heb je eerder een kind gekregen met een open ruggetje of open schedel? Of heb je epilepsie? Dan kan de gynaecoloog een hogere dosis foliumzuur aanraden. Slik je vitamine B12 op recept? Dan is het mogelijk nog niet verstandig om extra foliumzuur te slikken. Neem contact op met je arts.Vitamines
Vitaminepillen zijn niet nodig als je gezond en gevarieerd eet. Wil je toch vitaminepillen gebruiken? Kies dan een multi-vitamine speciaal voor zwangeren. Deze vitamines bevatten een aangepaste hoeveelheid vitamine A. Te veel vitamine A kan schadelijk zijn voor de gezondheid van je kind. Let erop of hier al vitamine D in zit. Zo ja, slik dan geen extra vitamine D.Alcohol, roken en drugs
We adviseren je om helemaal geen alcohol te gebruiken in de zwangerschap en zolang je borstvoeding geeft. Alcohol kan een syndroom bij je kind veroorzaken. Dit heet foetaal alcohol syndroom (FAS).
Alle alcohol gedronken tijdens een zwangerschap kan hersenbeschadigingen veroorzaken bij de baby. Als je drinkt, drinkt de baby ook. De alcohol komt in je bloedsomloop en wordt via de placenta doorgegeven aan de bloedsomloop van de baby. Zelf kun je alcohol afbreken door enzymen in de lever, maar de baby kan de alcohol niet afbreken. Doordat de hersenen van de baby volop in ontwikkeling zijn, zijn ze extra gevoelig voor de giftige effecten van alcohol.
Eén avond drinken kan al genoeg zijn om lichamelijke en neurologische beschadigingen bij de ongeboren baby te veroorzaken. Het is niet bekend hoeveel alcoholgebruik FAS veroorzaakt, maar meestal zijn de moeders zware drinkers. Omdat het effect van een enkel glas alcohol moeilijk te voorspellen is, adviseren we helemaal te stoppen met alcohol in je zwangerschap en zolang je borstvoeding geeft.
In vergelijking met een gezonde baby zijn de hersenen van een baby met FAS kleiner en hebben ze minder groeven. De hoofdomtrek van deze baby’s is hierdoor kleiner. Ook het geboortegewicht is vaak lager. Kinderen met FAS hebben vaak leerproblemen. Voorbeelden zijn slecht verwerken van informatie, moeite met rekenen, slechte beoordeling van situaties en weinig emotionele controle. Ook spraakproblemen komen voor. De sociale en emotionele ontwikkeling blijven achter, wat kan leiden tot gedragsproblemen. Kinderen met FAS hebben vaak bepaalde kenmerken aan hun gezicht.
Doe dan mee met het programma van STAP.
Als je nog rookt, vind je bij mijn zwangerschap uitgebreide informatie om je te helpen. Ben je gestopt met roken? Hou vol! Als je problemen hebt of het lukt niet, neem dan contact op met je verloskundige of gynaecoloog. Je krijgt dan een extra gesprek en we geven je meer informatie en hulp.
Het inademen van de rook van anderen heet meeroken. Van de rook van een sigaret komt 85% in de omgeving terecht. Die rook adem jij ook in. Zo komen er giftige stoffen zoals nicotine en koolmonoxide via de navelstreng in het bloed van je baby. Meeroken is dus ook schadelijk voor jou en je baby.
Rookt je partner of roken mensen uit je omgeving? Vraag hen om niet in jouw buurt te roken. Buiten roken is het beste. Ook een rokerige omgeving beïnvloedt de zwangerschap nadelig. Er zijn bovendien aanwijzingen dat wiegendood meer voorkomt als er in de buurt van de baby wordt gerookt.
Alle drugs zijn schadelijk in de zwangerschap, niet gebruiken dus! Je baby heeft meer kans op ADHD, gedrags- en leerproblemen als je drugs gebruikt. Dat geldt ook voor blowen.
We raden gebruik van drugs tijdens de zwangerschap sterk af. Als je softdrugs zoals marihuana/wiet of hasj gebruikt, kan dat nadelige gevolgen hebben voor je baby. Dat effect is sterker als je softdrugs combineert met alcohol of tabak.
Harddrugs zoals cocaïne, ecstasy (XTC), GHB en heroïne zijn gevaarlijk voor een ongeboren kind. Cocaïne vernauwt de bloedvaten en verhoogt de kans op een miskraam, een vroeggeboorte, een doodgeboorte en aangeboren afwijkingen en ontwikkelingsstoornissen bij de baby. Ook ecstasy vernauwt de bloedvaten. Ongeboren baby’s raken verslaafd aan heroïne, ze moeten afkicken na de geboorte en zijn ernstig ziek.Seksualiteit
Seks tijdens je zwangerschap kan geen kwaad voor je baby. Geslachtsgemeenschap is niet gevaarlijk. Gemeenschap kan geen miskraam opwekken. Je kind zit goed beschermd in je baarmoeder. Als je een orgasme krijgt is dit niet gevaarlijk voor je kind. Ook niet als je baarmoeder er na gespannen aanvoelt. Mogelijk voel je je hierover toch onzeker. Of je partner is gespannen omdat er wat fout kan gaan. Ook al weet je met je verstand dat het niet zo is, je gevoel kan anders zijn. Geef in dat geval jezelf of je partner de tijd om er aan te wennen.
Alleen als je vruchtwater of bloed verliest en wanneer je weeën hebt is het onverstandig om geslachtgemeenschap te hebben.
Een zwangerschap brengt veel verandering in je relatie. Jullie gaan een nieuwe fase in. Zeker als het je eerste zwangerschap is. Het geluksgevoel kan je band versterken. Je kan daardoor ook verliefder worden en je meer tot elkaar aangetrokken voelen. Maar het kan verwarrend werken. Misschien zijn er zorgen. Misschien ben je juist wat meer in jezelf gekeerd. Voor iedereen is het anders. Hoe je en jullie seks ervaren in deze periode verschilt van persoon tot persoon. Er zijn veel lichamelijke veranderingen die ook invloed hebben op je emoties.
In de puberteit is je lichaam in een paar jaar heel anders geworden. Nu gebeurt dat weer en zelfs in een paar maanden. Je kunt je daardoor heel mooi en aantrekkelijk voelen. Het kan ook zijn dat je er moeilijk aan kunt wennen. Dan kun je je onzeker voelen. Voor partners geldt dat net zo. Veel mannen vinden hun zwangere vrouw mooi en aantrekkelijk. Maar er zijn ook partners die er moeite mee hebben. Zij kunnen een schuldgevoel krijgen en intimiteit uit de weg gaan.
Al heel vroeg in je zwangerschap verandert je bloedsomloop. Je organen worden sterker doorbloed. Dat geldt ook voor je borsten, je baarmoedermond, je schaamlippen en je clitoris. Je clitoris is wat groter dan normaal en is gevoeliger. Je kan sneller opgewonden raken. Mogelijk heb je meer behoefte aan seks of masturberen.
Als je klaar komt trekt je bekkenbodemspier en je baarmoeder een paar keer ritmisch samen. Als je zwanger bent kan je een harde buik krijgen na een orgasme. Je baarmoeder is dan langere tijd gespannen. Dit is niet schadelijk voor de baby. Ook het opwekken van een aantal orgasmes na elkaar, is niet schadelijk.
Als je buik al behoorlijk gegroeid is, vind je het waarschijnlijk niet prettig om onder je partner te liggen bij het vrijen. Je vagina kan ook gevoeliger zijn als de penis diep naar binnen gaat. De meeste paren proberen andere houdingen uit die wel prettig voelen.
De behoefte aan seks is meestal niet constant tijdens de zwangerschap. In de eerste en laatste drie maanden is de behoefte meestal wat minder dan in de middelste drie maanden. Maar weet wel dat dat per persoon en zelfs per zwangerschap anders kan zijn.
In de eerste maanden van de zwangerschap hebben veel vrouwen minder behoefte aan seks. Je kan in deze periode het orgasme minder intens beleven. Misselijkheid en vermoeidheid kunnen je zin in seks afremmen. Mogelijk vind je het ook eng en ben je bang dat je iets verkeerd doet voor je kind. Ook mannen kunnen dit lastig vinden en bezorgd zijn. Veel vrouwen hebben wel behoefte aan intimiteit, knuffelen en strelen. Die behoefte is vaak sterker.
Als die eerste onwennige maanden voorbij zijn, hebben veel vrouwen weer meer zin in seks. Je hebt dan meer energie. De doorbloeding van je geslachtsorganen is beter, waardoor je sneller opgewonden kan raken. De groeiende buik zit nog niet in de weg.
Tijdens de laatste drie maanden gaat je buik steeds meer in de weg zitten. Geslachtsgemeenschap gaat steeds lastiger en kost meer moeite. Mogelijk zijn jullie nu ook meer bezig met het aanstaand ouderschap en neemt de behoefte aan seks af. Maar als je rustig aan doet en je hebt er zin in, kan je er gewoon van genieten.
In elke relatie ontstaat er verschil in behoefte. Je hebt nu eenmaal niet alle twee op hetzelfde moment zin in dezelfde dingen. Tijdens de zwangerschap kunnen de verschillen tussen jou en je partner minder of juist duidelijker worden. Juist omdat er veel verandert, is het belangrijk het ook hier samen over te hebben. Soms geven veranderingen namelijk twijfel (vindt hij/zij mij nog wel aantrekkelijk) of onzekerheid. De kunst is een nieuwe balans te vinden. Je kan alleen maar zin hebben in vrijen als er ook die dingen gebeuren die jij fijn vindt. Soms heb je bijvoorbeeld een periode geen behoefte aan seks met geslachtsgemeenschap, maar wil je wel op andere manieren vrijen. Het helpt vaak als je kan benoemen waar je wel zin in hebt. Ook is het goed om af te spreken dat lichamelijk contact en seks niet automatisch betekent dat er daarbij ook gemeenschap of een orgasme moet plaatsvinden.Bewegen
Probeer elke dag een half uur te bewegen. Dat kan zijn fietsen, wandelen, zwemmen, dansen of tuinieren. Intensief huishoudelijk werk telt ook mee. Het hoeft niet een halfuur achter elkaar te zijn. Je kan het over de dag verspreiden. Doe bijvoorbeeld ’s ochtends 10 minuten oefeningen, ga ’s middags 10 minuten fietsen en aan het einde van de dag nog 10 minuten wandelen.
Regelmatig bewegen is gezond en ook leuk om samen te doen. Als je regelmatig beweegt, raken je spieren, longen, hart en bloedvaten eraan gewend om te werken. Je voelt je daardoor fitter en je hebt meer energie. Je kan je beter ontspannen. Je slaapt lekkerder en je bent minder moe. Je staat ’s ochtends gemakkelijker op. Hopelijk voel je je door regelmatig te bewegen fitter in je hele zwangerschap. En nog een bijkomend voordeel is dat de ontlasting vaak wat makkelijker komt. In de zwangerschap kan dit een probleem zijn.
Kies activiteiten die je leuk vindt en die je makkelijk kan volhouden. Als je verder komt in je zwangerschap kies dan iets wat je nog wel lukt. Als je niet gewend bent om te sporten, dan kan je wel wandelen tot het eind van je zwangerschap.
Sport zoals je gewend bent
Tijdens de zwangerschap kun je blijven sporten zoals je gewend bent. Maar ga minder sporten of stop ermee als het sporten klachten geeft of als het je meer vermoeit dan normaal. Probeer je ook liever niet meer in te spannen dan vóór de zwangerschap. En zorg ervoor dat je tijdens het sporten voldoende vocht binnenkrijgt.
Zwemmen, fietsen, wandelen en fitness zijn sporten die je heel goed tot het einde van de zwangerschap kunt doen. Minder verstandig zijn sporten waarbij je het risico loopt om iets tegen je buik aan te krijgen, of sporten waarbij je gemakkelijk met andere mensen botst of kunt vallen. Dat geldt bijvoorbeeld voor hockey, volleybal, skiën en voetbal.
Infectieziekten, kinderziekten en SOA's
Sommige infecties kunnen nare gevolgen hebben voor jezelf en voor de baby. Een paar eenvoudige leefregels helpen om een aantal infecties te voorkomen.
Wassen
Handen wassen voor en na het klaar maken van eten, na toiletbezoek, na verschonen van luiers, na contact dieren, na tuinieren en bezoek zandbak. Was groeten en fruit onder stromend water.
Verhitten
Verhit vlees, vis en scheldieren tot ze gaar zijn. Eet geen producten die rauw vlees of rauwe melk bevatten. Denk aan ossenworst, filet américain, ongepasteuriseerde melk en kaas die gemaakt is van rauwe melk (‘au lait cru’).
Vermijd contact zand
Gebruik handschoenen als je in de tuin werkt. Vermijd contact met de zandbak. Hiervan kun je toxoplasmose krijgen.
Vermijd contact met kattenbak
Moet je toch zelf de kattenbak schoon maken? Doe handschoenen aan en doe het dagelijks. Het duurt 1 dag voordat de ontlasting besmettelijk is.
Lees Meer
Het is verstandig om na te gaan of je tegen rode hond en mazelen gevaccineerd bent. Er zijn drie andere kinderziekten die ook schadelijk kunnen zijn in de zwangerschap. Dat zijn de vijfde ziekte (erythema infectiosum) en cytomegalie (CMV) en waterpokken (varicella). Op de website van het RIVM vind je ook veel informatie… Het virus dat de vijfde ziekte veroorzaakt heet Parvovirus B19. Het verspreidt zich via de lucht. Het duurt 1 tot 3 weken voor je ziek wordt na een besmetting. Je krijgt huiduitslag die in je gezicht begint. Je kunt koorts hebben, maar dat hoeft niet. Je voelt je ziek en je kunt gewrichtsklachten hebben. Een week voordat je huiduitslag krijgt, ben je besmettelijk. Als je eenmaal huiduitslag hebt, ben je niet meer besmettelijk. Wat is het risico Wat kun je doen? Ben je niet beschermd? Cytomegalovirus (CMV) is een veelvoorkomend virus dat in lichaamsvloeistoffen zoals urine en speeksel kan zitten. Soms leidt een infectie met CMV tot koorts en moeheid, maar meestal merk je niets. Wat is het risico? Wat kun je doen? Op de website van het RIVM vind je ook veel informatie… Als je geen waterpokken hebt gehad, neem contact op met je verloskundige of gynaecoloog! De meeste mensen krijgen waterpokken als kind. Het is dan een onschuldige kinderziekte. Na een tot twee dagen ontstaan kleine rode bultjes op de huid. De bultjes worden blaasjes die erg kunnen jeuken. Daarna worden het korstjes. Je maakt antistoffen aan en je bent daarna levenslang beschermd tegen waterpokken. Wat is het risico? Voor jezelf Voor de baby Wie hebben risico? Geen waterpokken gehad? Lees dit dan goed. Uitbraak van waterpokken Ronde de bevalling Op de website van het RIVM vind je ook veel informatie… Wat is kinkhoest Complicaties bij baby’s Jaarlijks worden er gemiddeld 120 baby’s met kinkhoest in het ziekenhuis opgenomen. Antistoffen Antistoffen via de placenta Vaccinatie baby Zelf bescherming tegen kinkhoest Kies je voor een kinkhoestvaccinatie in de zwangerschap? Veiligheid Hoe? Op de website van het RIVM vind je ook veel informatie… Een besmetting met het zikavirus verloopt vaak zonder klachten. Muggen brengen de ziekte over. Wat is het risico? Wat kun jezelf doen? Je kunt toxoplasmose of listeria krijgen van het eten van besmet voedsel. Toxoplasmose kun je ook krijgen door in contact te komen met kattenpoep. HIV Op de website van het RIVM vind je ook veel informatie… terug naar het menu van deze pagina >>Kinderziekten
Je kunt je in de zwangerschap laten vaccineren tegen kinkhoest om je pasgeboren baby te beschermen.Vijfde ziekte
Als je een infectie krijgt, dan kan de baby de infectie ook krijgen. Ben je minder dan 20 weken zwanger? Dan is er risico op overlijden. Dit is in een Brits onderzoek 9%. Het bloed van de baby kan aangetast worden. Dit kan leiden tot bloedarmoede. Als de bloedarmoede ernstig is kan de baby overlijden.
Werk je met kleine kinderen? Dan kun je laten testen of je de vijfde ziekte al hebt doorgemaakt en of je beschermd bent. Tegen deze ziekte is geen vaccinatie mogelijk.
Vermijd contact als bekend is dat er vijfde ziekte heerst op je werkplek. Je hebt dan recht op ziekteverlof.
Heb je toch contact gehad of heb je zelf verschijnselen?
Neem contact op met je verloskundige of gynaecoloog.
Je krijgt bloedonderzoek om aan te tonen of je de vijfde ziekte hebt gekregen.
Als dit aangetoond wordt, krijg je verdere controles bij de gynaecoloog. Met de echo is te zien of de baby ernstige bloedarmoede krijgt. Zo mogelijk kan de ongeboren baby daarvoor worden behandeld.
Op de website van het RIVM vind je ook veel informatie…Cytomegalie
Als je tijdens de zwangerschap voor het eerst in aanraking komt met CMV, kun je het virus overdragen op je ongeboren kind. Bij een klein deel van deze kinderen leidt dit tot aangeboren afwijkingen. In Nederland schatten we dat 5 op de 1000 pasgeboren besmet is met CMV. 1 tot 2 op de 1000 pasgeboren houdt hier blijvende schade aan het zenuwstelsel aan over. Doofheid komt het meest voor. Verder zijn er problemen met het zien en verstandelijke handicaps.
Was je handen na contact met urine (luiers), bloed of speeksel om de kans op besmetting te verkleinen. Gebruik niet dezelfde lepels of bekers.
Werk je met kleine kinderen? Dan kun je laten testen of je CMV al hebt doorgemaakt en of je beschermd bent. Als je CMV hebt gehad, dan kun je het nog een keer krijgen. De kans dat je het virus overdraagt, is dan wel heel klein. Tegen deze ziekte is geen vaccinatie mogelijk.Waterpokken
Je bent besmettelijk van twee dagen voor de blaasjes ontstaan totdat de blaasjes indrogen.
Als je in Nederland geboren en opgegroeid bent, is de kans groot dat je al waterpokken hebt gehad. Dit geldt voor meer dan 95% van de volwassenen. Je loopt alleen risico op problemen voor jezelf of de baby als je geen waterpokken hebt gehad.
Vrouwen die zwanger zijn en voor het eerst waterpokken krijgen, kunnen erg ziek worden. Zij kunnen een ernstige longontsteking krijgen.
Als je voor 24 weken waterpokken krijgt, kan de baby afwijkingen krijgen aan ogen, huid, ledematen en zenuwstelsel. De kans is klein (2% tussen 13 en 24 weken).
Als je waterpokken rond de bevalling krijgt, dan kan de baby na de geboorte ernstig ziek worden. Is er een ander die waterpokken heeft? En heb je zelf al waterpokken als kind gehad? Dan is er weinig risico voor de baby. Jouw beschermende antistoffen komen via de placenta bij de baby.
Vrouwen die in andere landen zijn opgegroeid hebben een grotere kans dat zij geen waterpokken hebben gehad. Waterpokken komen overal in de wereld voor. Maar minder vaak in de tropen en de subtropen. Heeft een van je kinderen al waterpokken gehad? Dan kun je er vanuit gaan dat jij ze ook al hebt gehad.
Denk je dat je geen waterpokken hebt gehad? Overleg met je verloskundige of gynaecoloog. Je kunt je bloed laten controleren op antistoffen tegen waterpokken. Heb je geen antistoffen, dan kun je nog waterpokken krijgen. Je kunt niet gevaccineerd worden in de zwangerschap.
Je kunt wel antistoffen via een injectie krijgen. Deze beschermen je tijdelijk. Je moet de injectie dan binnen 4 dagen krijgen na het contact met een besmet kind. Een kind is twee dagen voor het ontstaan van de blaasjes besmettelijk. Als je eigen kind al blaasjes heeft, dan heb je al binnen 2 dagen een injectie nodig. Neem direct contact op met je verloskundige of gynaecoloog.
Heb je waterpokken in de periode van 5 dagen voor tot 2 dagen na de bevalling? Dan is er een risico dat de baby ernstig ziek wordt. De baby krijgt een injectie met antistoffen.Kinkhoest
Kinkhoest is een besmettelijke ziekte die veroorzaakt wordt door een bacterie. Deze bacterie kan ernstige hoestbuien veroorzaken die drie tot vier maanden kunnen aanhouden. Kinkhoest begint vaak met klachten die lijken op een gewone neusverkoudheid. Daarna begint het hoesten. Dit kan een irritante hoest zijn tot forse hoestbuien.
Vooral bij ongevaccineerde baby’s en baby’s die nog niet alle inentingen gehad hebben, kan kinkhoest ernstig verlopen. Kinkhoest kan bij hen leiden tot longontsteking, afvallen, ademnood/blauw aanlopen, hersenschade door te weinig zuurstof en soms zelf tot overlijden.
Als je zelf kinkhoest hebt gehad, dan maakt je lichaam antistoffen. Deze antistoffen beschermen je tegen een nieuwe infectie. Dat gebeurt ook als je als baby en peuter deze vaccinaties hebt gehad. Maar vanaf de leeftijd van zo’n 8 jaar neemt de bescherming af. Daardoor kunnen volwassenen en oudere kinderen alsnog kinkhoest krijgen. Meestal verloopt de infectie minder ernstig bij kinderen en volwassenen die vaccinaties hebben gehad.
Je geeft antistoffen door aan de baby via de placenta. Maar je hebt na vaccinaties in de kinderleeftijd onvoldoende antistoffen om de baby te beschermen tegen kinkhoest. Als je tijdens de zwangerschap opnieuw een vaccinatie krijgt, dan maak je veel antistoffen. Zo is de baby wel beschermd in de eerste maanden van het leven.
Jouw antistoffen beschermen de baby in de eerste maanden. Deze antistoffen nemen langzaam af en bieden dan geen bescherming meer. Via de vaccinaties leert de baby vervolgens zelf antistoffen te maken.
Als je in de zwangerschap gevaccineerd wordt, dan ben je zelf ook beschermd tegen kinkhoest. Je kunt zo de baby niet besmetten na de bevalling.
In een aantal landen krijgen vrouwen die zwanger zijn een kinkhoestvaccinatie aangeboden. In Nederland verwachten we dat dit ook gaat gebeuren. Op dit moment kun je zo’n vaccinatie op verzoek ook krijgen. Het Nederlandse programma voorziet wel in vaccinatie voor baby’s. In het eerste levensjaar krijgt de baby 4 injecties en bij 4 jaar nog een. Maar baby’s zijn in de eerste maanden hierdoor nog niet goed beschermd. Kinkhoest kan juist voor pasgeboren baby’s gevaarlijk zijn. Als je voor een vaccinatie kiest tijdens de zwangerschap, dan maak je antistoffen tegen kinkhoest. Deze antistoffen komen bij de baby via de placenta. In de eerste maanden is de baby beschermd tegen kinkhoest door deze antistoffen. Daarna gaat de baby zelf antistoffen maken door de vaccinaties.
Het kinkhoestvaccin is gemaakt van een de kinkhoestbacterie die dood is. Je kunt er geen kinkhoest door krijgen. Daarom is het vaccin niet schadelijk in de zwangerschap. Vanaf 2011 krijgen veel vrouwen in de VS, UK, België, Ierland, Australië, Argentinië, Israël en Spanje deze vaccinaties. In een aantal van deze landen is de veiligheid onderzocht. Er zijn geen nadelen gevonden.
Via de polikliniek gynaecologie of via de huisarts kun je de vaccinatie aanvragen. De beste periode is de injectie tussen 28/32 weken te laten toedienen.Zika virus
Er zijn steeds meer aanwijzingen dat het virus aangeboren afwijkingen kan veroorzaken. De baby kan microcefalie krijgen. Het hoofd en de hersenen zijn dan te klein. Het kind is verstandelijk gehandicapt.
Ga (zo mogelijk) niet naar een gebied waar het zikavirus heerst. Stel reizen die niet noodzakelijk zijn uit.
Het zikavirus heerst vooral in Zuid- en Midden Amerika en het Caribisch gebied.
Moet je wel naar een van deze landen? Neem dan maatregelen om de kans op muggenbeten zo klein mogelijk te maken.
Ben je wel in zo’n gebied geweest? Meld dit aan je verloskundige of gynaecoloog.
Is je partner in een gebied waar het zikavirus heerst geweest? Gebruik minstens 2 maanden een condoom vanaf het moment dat je partner er weer is. Ook als hij zich niet ziek voelt.Toxoplasmose
Een toxoplasmose infectie kan grote gevolgen voor je ongeboren baby hebben.
Meer informatie vind je hierSOA
Lues
Chlamydia
Zikavirus
Via geslachtsgemeenschap kun je Chlamydia of het Zikavirus krijgen. Deze ziekten kunnen gevaarlijk zijn voor de ongeboren baby. Zie onder aan de pagina meer informatie. Je wordt al via bloedonderzoek getest op HIV, hepatitis B en lues.
Ontwikkeling van de baby
De eerste weken van je zwangerschap zijn heel bijzonder. Vanuit een eicel en een zaadcel ontwikkelt zich eerst een embryo. Aan het eind van de tiende week begint het embryo al op een mens te lijken. Het heet nu geen embryo meer, maar foetus. Het heeft armen, handjes en vingers, benen, voetjes en teentjes. Het heeft ogen, oren een neus en een mond. Het hoofd is in verhouding nog heel groot. Alle organen zijn aangelegd. Het gezicht ontwikkelt zich verder en wordt steeds menselijker. Dat gebeurt allemaal binnen de eerste 10 weken van je zwangerschap. Het begint al voordat je weet dat je zwanger bent.
Lees Meer
Het allereerste begin Delen van de cellen Innesteling HCG Verschillen in cellen Afspraak over de zwangerschapsduur; eerste dag menstruatie Echo Echo Wat wordt er aangelegd? Week 6 Het embryo is nu 4 millimeter lang en weegt nog maar 0.4 gram. Als het 6 weken en 2 dagen is, is het al 6 millimeter. Dan kan je het embryo op de echo zien als een klein wit bolletje bij de dooierzak. En wat het meeste opvalt is het hartje. Zo klein als het embryo is, je ziet al heel vroeg een knipperlichtje!Ontwikkeling Week 7 De ogen, oren en mondholte vormen zich verder. Het hart krijgt 4 kamers. De maag wordt aangelegd. Er ontstaan knobbeltjes waaruit later de armen en beentjes gaan groeien. Het zenuwstelsel en de hersenen ontwikkelen verder. Een begin van skelet en spieren wordt gemaakt. De ontwikkeling van testikels en eierstokken begint ook in deze fase. Week 8 Het embryo begint een herkenbare menselijke vorm te krijgen. Het staartje is bijna verdwenen. Het hoofd begint al een gezicht te krijgen. De neus, oogjes en mond zijn duidelijk herkenbaar. De handjes zijn nog een soort zwemvliesjes waarbij vingers aan elkaar vastzitten. De teentjes ontwikkelen later. De ontwikkeling van het hart en de bloedsomloop is compleet. Week 9 Week 10 Het kind is van kruin tot stuit 3.4 cm bij 10 weken. Het oor is nu ook aan de buitenkant zichtbaar. De oogleden worden gevormd. De nagels beginnen te groeien. De blaas vormt zich. Het kind gaat nu ook vrouwelijke of mannelijke hormonen maken. Tot nog toe is er geen verschil te zien tussen jongens en meisjes. Deze week wordt er begonnen met de vorming van de geslachtsorganen. Het knopje tussen de benen groeit uit tot een clitoris of een penis en de baby krijgt eierstokken of zaadballen. Dit kan je nu nog niet op de echo zien. Week 11 Week 12 Week 13 -17 Alle organen zijn al aangelegd. Deze gaan steeds beter werken. De baby gaat uiterlijk steeds meer op een mens lijken. Het gewicht is gemiddeld zo’n 30 gram bij 13 weken en 200 gram bij 18 weken. De ogen die eerst nog aan de zijkant van het hoofd zitten, gaan naar de voorkant van het gezicht. De oren krijgen meer vorm. Ze zitten eerst nog bij de nek, maar komen aan de zijkant op bijna dezelfde hoogte als de ogen. Het neusje krijgt neusgaten. De tong en het gehemelte ontwikkelen verder. De ogen van de baby zitten nog dicht. Maar de baby gaat in deze periode het verschil tussen licht en donker zien. Het gehoor van de baby ontwikkelt zich. De huid van de baby is doorzichtig. Er komen overal piepkleine zachte donshaartjes op. Verder komt er een zachte, witte, vettige laag op de huid: huidsmeer. Als je baby geboren wordt, kun je dit vaak nog zien. Hoe vroeger je baby geboren wordt, hoe meer huidsmeer de baby nog heeft. Eerst beweegt de baby nog schokkerig. Maar de bewegingen worden steeds soepeler. De baby is bijna constant in beweging. Hij/zij beweegt armen en benen, draait het hoofd, kan de mond open en dicht doen. De bewegingen worden steeds fijner. De baby gaat een vuist maken en de vingers bewegen. Hij of zij kan de duim in de mond doen en erop zuigen. De gezichtspieren ontwikkelingen zich. De baby kan een grimas maken. De baby krijgt stembanden. De baby kan nog geen geluid maken, want daarvoor is lucht nodig. De baby maakt de eerste ademhalingsbewegingen. De baby gaat zuigen en slikken en drinkt zo van het vruchtwater. De maag van de baby maakt maagsappen aan. De darmen komen in de buik te leggen. Ze gaan samentrekken en bereiden zich voor op het verteren van voedsel. De lever gaat werken. De nieren gaan urine maken. De baby plast dit uit in het vruchtwater. De penis van het jongetje gaat verder groeien en de balzak vormt zich. Week 18 – 21 De baby groeit snel, van zo’n 200 gram tot 450 gram. Het lichaam wordt in verhouding groter zodat het hoofd nog maar een derde van het totaal is. De armen en de benen krijgen de normale verhouding tot het lichaam. De zintuigen ontwikkelen verder. In de hersenen ontstaan gebieden voor ruiken, zien, horen, voelen en proeven. De baby kan horen vanaf zo’n 19 weken. Hij/zij heeft kraakbeen en gehoorbotjes gekregen. Er kom nu ook wat vet onder de huid. Daardoor is de huid niet meer gerimpeld maar glad. Er gaat haar groeien op het hoofd. De bewegingen worden krachtiger. De baby krijgt meer controle over de bewegingen. De baby schopt en buigt en strekt. In deze periode voelen de meeste vrouwen de baby bewegen. Sommigen voelen dit al voor 18 weken. De baby kan nu ook gapen. De baby gaat oefenen met ademen. Dit is nodig om straks te kunnen leven buiten de baarmoeder. Er komt vruchtwater in de longen door adembewegingen. Daardoor kunnen de longen zich verder ontwikkelen. In het vruchtwater komen huidcellen terecht en haartjes. De baby slikt en drinkt het vruchtwater. In de darmen komen de huidcellen en haartjes. Week 22 – 25 Het gehoor van je baby wordt steeds beter. De baby hoort niet alleen jouw stem, maar ook die van je partner. Hij /zij hoort het kloppen van je hart, het suizen van bloed en darmgeluiden. Ook geluiden van buitenaf zoals muziek. Mogelijk merk je dat je baby reageert op geluiden. Het lichaam van de baby is bedekt met donsharen. Het vet onder de huid neemt verder toe. Het vet beschermt nu de baby en de donshaartjes gaan langzaam verdwijnen. De huid wordt roze. Er komen wimpers en kleine haartjes boven de ogen: de wenkbrauwen. Je voelt de bewegingen van je baby steeds beter. Je kunt nu ook contact maken met de baby. Je kunt je buik voorzichtig wiegen. Als je stopt zwemt de baby naar je hand toe. De baby schopt zo hard dat je dit aan de buitenkant van de baarmoeder kan voelen en zien. Vanaf 22 weken komen de eierstokken met de baarmoeder in de buikholte te liggen. De eierstokken bevatten meer dan 5 miljoen eicellen. Bij een jongen ontwikkelen de testikels in de buikholte. Deze bevatten al een voorstadium van zaadcellen. De testikels gaan van de buikholte naar de balzak toe. Dit gaat langzaam. Bij sommige jongens zijn de testikels bij de geboorte nog niet in de balzak aangekomen. De ballen zijn dan nog niet ingedaald. Week 26 – 29 Je baby groeit van zo’n 700 gram naar 1150 gram. Baby’s die in deze periode worden geboren, hebben veel hulp nodig. De kans op overleven is nu wel groter. Zo’n 80% van de baby’s geboren bij 26 weken overleeft en bij 27 weken is dit 90%. De kans op handicaps en leer- en gedragsproblemen is wel groot. Het gezicht van je baby wordt steeds menselijker. De wenkbrauwen, oogleden en lippen zijn steeds duidelijker te herkennen. De baby kan de ogen opendoen en knipperen. De gebieden in de hersenen voor ruiken, zien, horen, voelen en proeven ontwikkelen verder. De baby kan nu ook al proeven (zuur en zoet) en voelen. Je kunt nu ook kleine schokkerige bewegingen voelen. Je baby heeft dan waarschijnlijk de hik. De baby krijgt een vast slaap- en waakritme. Vaak is de baby actief als jij rustig bent. De baby oefent met ademen. Vruchtwater gaat in en uit de longen die zich zo verder ontwikkelen. Er ontstaan steeds meer vertakkingen in de longen. Vanaf week 26 ontstaan de eerste longblaasjes. Onder het tandvlees ontwikkelen de tanden. Week 30 – 33 De zintuigen van je baby werken iedere week beter. Met de handen voelt hij of zijn aan het gezicht. De baby proeft het vruchtwater. Hij/zij kan licht en donker steeds beter onderscheiden. De baby hoort ook steeds meer. Al eerder reageert de baby op geluiden. Maar om ze te herkennen moeten eerst de hersenen verder ontwikkelen. Dat gebeurt tussen 30 tot 36 weken. De baby herkent straks na de geboorte geluiden die hij/zij in de zwangerschap vaak heeft gehoord. Jouw stem, die van je partner en mogelijk bepaalde muziek waar je vaak naar hebt geluisterd in je zwangerschap. De baby gaat nu alle donshaartjes verliezen. De huid wordt langzaam ondoorzichtig. Dit komt doordat de baby steeds meer vet onder de huid krijgt. Je voelt de baby steeds harder schoppen. Dat komt niet alleen door dat de baby sterker wordt. Maar ook doordat er in verhouding minder vruchtwater is. De ruimte tussen de baby en de baarmoederwand wordt kleiner. De botten worden steeds sterker. Maar de schedelplaten liggen nog los van elkaar. Zo kunnen de hersenen blijven groeien. Bij de geboorte kunnen deze delen tegen elkaar aanschuiven. Dat is nodig om het hoofd van de baby door het bekken te kunnen persen. De longen van de baby ontwikkelen zich verder. De longblaasjes worden steeds fijner. Vanaf 33 weken kunnen veel baby’s al zelfstandig ademen als ze te vroeg worden geboren. De haartjes die uitvallen komen in het vruchtwater. De baby slikt deze in en zo komen ze in de darmen terecht. De darmen verteren de haartjes waaruit de eerste babypoep ontstaat. Deze poep is donkergroen en kleverig. Week 34 – 37 De nagels groeien tot aan de toppen van de vingers. In de laatste weken verandert het patroon van de bewegingen. De baby heeft steeds minder ruimte. Daarnaast ontwikkelt de baby een slaap- en waakritme. Het slapen duurt zo’n 30 tot 40 minuten. Tijdens de slaapfase zijn er ook periodes met remslaap. Tijdens de remslaap dromen we. De longblaasjes van de baby zijn verder ontwikkeld. De baby maakt zelf een stof die ervoor zorgt dat de blaasjes niet aan elkaar kleven bij de eerste ademhaling. Vanaf week 35 kan de lever van de baby afvalstoffen verwerken. Verder blijft de baby regelmatig op de duimzuigen. Dat is nodig om bij de geboorte te kunnen drinken. De nieren zijn klaar met de ontwikkeling. Bij de meeste jongetjes komen in deze periode de testikels in de balzakken. Week 38 – 41 Alle donshaartjes verdwijnen. De baby gaat er mollig uitzien door het extra vet. De kleur wordt zachtroze. Verwacht je een baby met een tint? Bij de geboorte is de huid lichter dan zijn uiteindelijke kleur. Na week 41 terug naar het menu van deze pagina >>
Erfelijk materiaal (DNA)
Het eitje bevindt zich nog in de eileider als het zaadje naar binnen dringt. Het erfelijk materiaal van de zaadcel en eicel komen bij elkaar. Het kind krijgt zo erfelijk materiaal van de vader en de moeder. Al is er nog niets van te zien, het staat al vast of het toekomstig kind een jongen of een meisje wordt. Trilharen zorgen dat het embryo naar de baarmoeder wordt getransporteerd. Ondertussen gaan de cellen zich delen.
De eerste dag na de bevruchting deelt de bevruchte eicel zich in twee cellen. Ongeveer 30 uur na de bevruchting zijn dit er al vier geworden. De komende tijd zal dit zo doorgaan, om de twaalf tot vijftien uur verdubbelen de cellen zich. Het embryo groeit razendsnel. Ongeveer 6 dagen na de bevruchting bestaat het embryo al uit 100 cellen.
Een paar dagen na de bevruchting kan het embryo zich innestelen in het dikke slijmvlies van de baarmoeder. Het gaat verder groeien. Het begin van de moederkoek wordt aangelegd. Dit gaat nu ook een hormoon produceren: HCG.
Dit hormoon zorgt ervoor dat je eierstokken oestrogeen en progesteron blijven maken. Je krijgt geen menstruatie en de zwangerschap kan verder groeien. De zwangerschapstest is gebaseerd op dit hormoon: het HCG. Een paar dagen na de verwachte menstruatie zal de test al positief zijn.
Zo’n week of twee na de bevruchting gaan de cellen van het embryo veranderen. Eerst bestond het embryo uit een heleboel cellen die precies hetzelfde waren. Nu krijgen de cellen verschillende functies. Cellen die later het skelet gaan vormen gaan naar de buitenkant van het embryo. Cellen die ingewanden gaan vormen bewegen zich juist naar binnen. Er zijn ook cellen die voorbestemd zijn om te verdwijnen tijdens de ontwikkeling. Maar hierover later.
Met elkaar hebben we afgesproken dat we de eerste twee weken vanaf de menstruatie tot de eisprong ook mee tellen bij de zwangerschapsduur.
Waarom hebben we dit zo afgesproken? Want eigenlijk klopt het niet. Je wordt pas na de eisprong zwanger. De afspraak is gemaakt omdat de meeste mensen niet weten wanneer zij een eisprong hebben. Ze weten meestal wel wanneer de menstruatie was. Het is dus een praktische afspraak.
We stellen de zwangerschapsduur met de echo vast. Alleen als je de datum van je eisprong zeker weet, kan je die als uitgangspunt nemen, met twee weken erbij.
Week 5
We spreken dus af dat je twee weken na de bevruchting 4 weken zwanger bent. Op dat moment kan je dat nog niet met de echo zien. Maar een week later als je 5 weken bent, kan je de vruchtzak al in je baarmoeder zien. Je kan dan ook de dooierzak zien als een klein wit ringetje in de donkere vruchtzak. De dooierzak ligt onder het embryo dat nog te klein is om te zien op de echo.
Het embryo is nog geen 2 millimeter lang. Er is al een bovenkant en een onderkant, een linker en een rechterkant. Het begin van het hart en het zenuwstelsel wordt aangelegd. De buikorganen beginnen zich ook te ontwikkelen. De navelstreng ontstaat in deze periode.
In deze fase gaat het hartje zichtbaar kloppen. Het hart ligt aan de buitenkant van het lichaam. De hersenen zijn flink gegroeid. De staart bevat beginselen van de toekomstige wervels. De basis voor maag, darmen en longen is gevormd. Het zenuwstelsel vormt zich verder. De buis waarin de zenuwen lopen sluiten zich. Een begin van de ogen, oren en mondholte wordt aangelegd.
Op de echo is al wat meer van het embryo te zien. Bij 7 weken is het embryo al langer dan een centimeter en bij 8 weken is het 1.7 centimeter.
Het embryo wordt groter. Bij 8 weken is het 1.7 centimeter en bij 9 weken 2.3 centimeter. Op de echo kan je het kindje al zien bewegen. Het krijgt nu meer vorm. Je kan ook het begin van armpjes en beentjes zien op de echo.
Armpjes en beentjes zijn duidelijker te zien. De vormen van een minimensje zijn steeds duidelijker. Om het kindje is een dun vlies te zien. Het ligt in een eigen bel in de vruchtzak. Dit vlies groeit later naar het andere vlies van de vruchtzak toe.Ontwikkeling
De vingers raken gescheiden van elkaar en later de teentjes. De cellen tussen de vingers zijn opgelost. Dit waren cellen die voorbestemd waren om te verdwijnen. Haar wordt aangelegd evenals tepels. Alle organen gaan groeien.
Het kind krijgt steeds meer menselijke vormen. Er is nu een gezichtje te herkennen. Armpjes en beentjes bewegen. Het kind kan draaien en zich strekken.
Je kan handjes en voetjes steeds duidelijk zien. Nu kan ook de nekplooi worden gemeten.Ontwikkeling
Alle organen zijn nu aanwezig maar kunnen nog niet worden gebruikt. Nu moeten ze nog groeien en met elkaar in verbinding komen te staan zodat het lichaam als één geheel kan functioneren. De baby gaat meer bewegen. Het kindje is van kruin tot stuit gemiddeld 4.4 centimeter.
Je kan de beentjes met voetjes, handjes met vingertjes prachtig zien. Omdat het hele kind nog te zien is, krijg je een mooi beeld.Ontwikkeling
Van kruin tot stuit is het kind bij 12 weken gemiddeld 5.7 cm en bij 13 weken 6.8 cm. De totale lengte is langer, zo’n 9 centimeter. Het kind krijgt duidelijke botjes. De ledematen zijn lang en dun. De organen gaan werken. De schildklier gaat hormoon maken, de alvleesklier insuline en de lever maakt nu ook gal aan. Het gehemelte is nu gesloten. Het kind heeft nu vingertjes die los van elkaar kunnen bewegen. Het kan het mondje kan open en dicht doen.
Tot 14 weken kunnen we de kruin tot stuit lengte nog meten tot ruim 8 centimeter. Daarna lukt dit niet meer. De baby past niet meer op het scherm. We meten nu het beentje, de buikomvang en het hoofd om de groei te beoordelen. Tot de 13e week groeien alle baby’s bijna even snel. Vanaf nu gaat iedere baby in zijn of haar eigen tempo verder groeien. Details van de baby worden steeds duidelijker. Bij ongeveer 17 weken is het geslacht te zien.
Eerst is het hoofd net zo groot als het lichaam. Maar het lichaam groeit harder dan het hoofd en wordt in verhouding steeds groter. Dat gaat zelfs na de geboorte nog door. Baby’s hebben bij de geboorte in vergelijking met volwassenen nog steeds een groter hoofd.
In deze periode krijg je de 20 weken echo. Alle organen zijn op de echo zichtbaar. Ook details zoals de lippen en de bloedvaten naar het hart. Verdere informatie vind je bij zwangerschap onderzoeken.
De baby groeit van zo’n 450 gram tot 700 gram. Vanaf 24 weken zijn baby’s levensvatbaar. Dat houdt in dat de baby een kans heeft om te overleven buiten de baarmoeder in de couveuse met veel hulp. Maar de kans op overlijden is in deze periode nog groot.
Kom je in aanmerking voor groeiecho’s? Dat gebeurt vanaf zo’n 28 weken.
In deze periode ontwikkelen de hersenen zich snel. Dit gaat door tot 3 maanden na de bevalling. De zenuwen worden bedekt met myeline. Hierdoor worden boodschappen via de zenuwen veel sneller doorgegeven.
De baby groeit gemiddeld van zo’n 1300 gram naar 1850 gram.
De hersenen maken een groeispurt door.
De baby groeit gemiddeld van zo’n 2100 gram tot bijna 2700 gram. In deze fase ontwikkelen de hersenen steeds verder. De baby krijgt steeds meer vet.
Wordt de baby tussen 34-36 weken geboren? Dan is de overleving heel goed. De meeste baby’s kunnen zelfstandig ademen. Ze hebben vaak wel hulp nodig met drinken en warm blijven. Ze krijgen extra controles. De hersenen zijn ongeveer twee derde van de grootte die voldragen baby’s hebben. Baby’s die in deze periode geboren worden, hebben vaker leer- en gedragsproblemen dan baby’s die voldragen bij de geboorte.
Twijfel je of je de baby voldoende voelt bewegen? Kijk bij voelen bewegen van baby
De meeste baby’s liggen met het hoofd naar beneden. Het hoofd komt steeds dieper in het bekken. We noemen dit indalen. Dit kan al vanaf de 30e week beginnen. Maar het kan ook pas tijdens de bevalling gebeuren.
Ligt je baby met het hoofd nog naar boven bij 36 weken? Dan kan je verloskundige of gynaecoloog proberen om de baby te draaien. Je krijgt daarover aparte informatie. Vraag er zo nodig naar.
Nu is de baby voldragen. De meeste baby’s worden na 37 weken geboren (92%). Toch gaat de ontwikkeling wel door. De baby groeit gemiddeld van zo’n 2900 gram tot bijna 3600 gram bij 41 weken. De groeispurt gaat na 39 weken wat langzamer. Je kan nu ook je uitgerekende datum passeren. Bijna de helft van de vrouwen bevalt na deze datum.
De hersenen groeien en ontwikkelen in hoog tempo door. Dit blijft zo in de eerste jaren na de bevalling.
De baby is klaar om geboren te worden. Maar sommige baby’s wachten erg lang. Ongeveer 5% van de vrouwen bevalt na 42 weken. Bij 42 weken word je verwezen naar de gynaecoloog. De gynaecoloog raad je dan aan om de bevalling te laten opwekken.
Je mag ervoor kiezen om dit al bij 41 weken te doen. Maar tot zover blijkt uit een groot Nederlands onderzoek dat dit geen voordeel biedt voor de baby.
Vraag je verloskundige of gynaecoloog naar informatie hierover.
Voelen bewegen van de baby
Het voelen van je baby geeft je een vertrouwd gevoel en is belangrijk. Vanaf 16- 20 weken zwangerschap kun je je baby meestal voelen bewegen. De bewegingen zijn in het begin nog zwak, maar worden sterker naarmate de baby groeit. ‘Leven voelen’ wordt dit ook wel genoemd.
Wij vertellen je er graag meer over en geven advies en tips wanneer je zorgen hebt over het minder of niet voelen bewegen van je baby
Lees Meer
Waarom is leven voelen belangrijk? Een normaal bewegingspatroon: wat voel je? Vanaf 28 weken Tot 32 weken Rustige en drukke baby’s Houding Medicijnen, alcohol, roken Wat doe je als je kind anders, minder of niet beweegt? Tot 24 weken Van 24 tot 28 weken Vanaf 28 weken Samengevat: Heb je een medische indicatie? terug naar het menu van deze pagina >>
Je baby krijgt voeding en zuurstof via de placenta (moederkoek). Als de werking van de placenta minder wordt, kan de conditie van je kind achteruit gaan. Het zal minder gaan bewegen. Het is belangrijk dat je de bewegingen van je baby voelt zoals jij dat gewend bent. Als je merkt dat je baby rustiger wordt of anders beweegt dan normaal, neem dan contact op met je verloskundige of gynaecoloog.
Je krijgt informatie over de normale bewegingen van je baby in de zwangerschap en wat je moet doen als je baby minder of anders beweegt.
De eerste bewegingen – De meeste vrouwen voelen hun baby voor het eerst bewegen tussen de 16 en 20 weken zwangerschap. Heb je al eerder een baby gekregen? Dan herken je het bewegen van je baby in je buik vaak eerder. Soms al voor de 16e week. Als dit je eerste zwangerschap is, is het ook normaal dat je je baby pas na de 20e week voelt. Vaak worden de eerste bewegingen omschreven als ‘belletjes, bubbeltjes of kleine plopjes’ of ‘zoals je darmen, maar dan toch anders’. Als je je baby eenmaal hebt gevoeld, herken je de bewegingen. Je gaat je baby steeds vaker voelen.
De bewegingen in je buik worden steeds krachtiger. Je kunt schoppen, draaien, golven en porren voelen. Je partner kan het nu ook voelen. Als je baby erg actief is, kun je je buik zien bewegen. Je baby ontwikkelt vanaf 28 weken een patroon waarin het slaapt en wakker is. Slapen duurt meestal 20 tot 40 minuten. Soms zelfs wel een uur, maar vaak niet langer dan anderhalf uur. Tijdens het slapen beweegt je baby niet of nauwelijks, maar zodra je baby wakker is, is het actief. De meeste baby’s bewegen in de middag en avond.
Tot de 32e week van de zwangerschap neemt het aantal bewegingen toe. In de laatste weken en rond de uitgerekende datum kunnen de bewegingen anders en minder krachtig worden. Dit komt doordat je baby minder ruimte heeft. Veel vrouwen ervaren ‘schuiven’ in hun buik. Het blijft belangrijk dat je je baby regelmatig voelt. Of je baby nu in hoofd- of stuitligging ligt, dat maakt niet uit.
Sommige baby’s zijn druk en andere rustig. Dit kan per zwangerschap verschillen. Zorg ervoor dat je vertrouwd raakt met de bewegingen van jouw baby.
Wat kan invloed hebben op het bewegen en het voelen?
Ligging van de placenta
Als de placenta (moederkoek) aan de voorkant van de baarmoeder zit, kun je de baby tot 28 weken minder goed voelen. Na 28 weken worden de bewegingen van je baby zo krachtig dat je de bewegingen voelt.
Hoe vaak je je baby voelt, hangt onder andere samen met jouw houding. Als je ligt, voel je je baby beter bewegen dan wanneer je staat. Als je aan het werk bent, ervaar je misschien minder bewegingen dan je gewend bent. Dan is je aandacht op andere dingen gericht.
Je baby zal wat slomer zijn als je pijnstillers met morfine of kalmerende middelen gebruikt. Je voelt dan minder bewegingen. Roken en alcohol drinken, kunnen de bewegingen van je baby beïnvloeden.
Niet alle vrouwen voelen al dagelijks leven in hun buik. Heb je na 24 weken je baby nog niet gevoeld? Neem dan contact op met je verloskundige of gynaecoloog. Hij of zij luistert naar de harttonen van je kind. Je krijgt een afspraak voor een echo.
In deze periode is het patroon van de bewegingen van je baby per dag nog erg verschillend. Twijfel je of je je baby wel voldoende voelt, neem dan contact op met je verloskundige of gynaecoloog. Zo nodig krijg je een extra controle.
Nu moet je de baby elke dag regelmatig kunnen voelen. Als je baby minder beweegt dan normaal, neem dan de tijd om bewegingen in je buik te voelen. Als je op je linkerzij ligt, voel je je baby het best. In die houding is de doorbloeding van de placenta optimaal.
Ga 2 uur op je linker zij liggen, voel je minder dan 10 bewegingen in deze twee uur?
of twijfel je over de kracht van de bewegingen en ben je niet gerustgesteld?
neem dan meteen contact op met je verloskundige of het ziekenhuis
wacht niet tot de volgende dag!
Leer het bewegingspatroon van je kind kennen
Ben je meer dan 28 weken zwanger?
Voel je je onzeker over de bewegingen van je baby?
Ga 2 uur op je zij liggen en voel de bewegingen in je buik
Beweegt je baby dan minder dan 10 keer?
Of ben je ongerust?
Neem contact op met je verloskundige of het ziekenhuis
Wacht niet tot de volgende dag!
Bel 0513 – 685645 tijdens kantooruren
of 0513 – 685635 buiten kantooruren
Heb je geen medische indicatie?
Bel dan je verloskundige
Ontwikkeling van jou als moeder
Ook al zie je nog niet aan je buik dat je zwanger bent, je merkt het wel. De hormonen zijn flink aan het werk. Ze zijn nodig voor de ontwikkeling van de baby. Ze hebben effect op hoe je je voelt en hoe het lichaam werkt.
De borsten worden groter en zullen gespannen aanvoelen. Veel vrouwen hebben behoorlijk last van misselijkheid. Moeheid en veel slapen zijn ook typisch klachten die bij de eerste weken horen. Maar er gebeurt nog veel meer.
In de folder Zwanger! vind je op alfabetische volgorde welke problemen je kunt krijgen en wat je kunt doen. Per orgaan bespreken we wat er verandert en geven we tips.
Lees Meer
Hormonen! Aanpassingen Wat verandert er? je energie, je emoties Emoties Welke gevoelens kun je hebben in de zwangerschap? Je bent gevoeliger en kwetsbaarder dan anders. De buitenwereld Contact met je eigen moeder Contact met je partner Depressieve gevoelens in de zwangerschap Stress Depressief Gewicht Hoe zwaar ben je? BMI Is je BMI lager dan 20 voor je zwangerschap? Is je BMI tussen 20 en 25? Is je BMI tussen 25 en 30? Is je BMI hoger dan 30? Baarmoeder In het laatste trimester kun je meer last hebben van de ribbenboog. De baby geeft druk bij de ribben. Bloedverlies Borsten Spijsvertering Bloedend tandvlees Tips Maagzuur Tips Obstipatie Tips Aambeien Tips Blaas & plassen Tips Urineverlies Tips Blaasontsteking Contact opnemen Huid en haar Huid Nagels Haar Ademhaling Ademhaling en progesteron Hyperventilatie Tips Bloedsomloop Wat merk je? Doordat de bloedvaten verslappen, kan het bloed wat sneller wegzakken uit het hoofd. Je kunt duizelig worden of zelfs een keer flauwvallen. Dat gebeurt vooral bij snel opstaan, in warmte, als het ergens druk is of als je lang staat. Bloedsamenstelling Gewrichten Wat merk je? Tips Vagina Meer afscheiding Tips terug naar het menu van deze pagina >>
Jawel, hormonen… als je zwanger bent gebeurt er hormonaal vee in je lichaam.
Een paar dagen na de bevruchting gaat het embryo zich innestelen. Het begin van de placenta (moederkoek) wordt aangelegd. Deze gaat nu ook een hormoon produceren: HCG. Dit hormoon zorgt ervoor dat de eierstokken oestrogeen en progesteron blijven maken. Je krijgt geen menstruatie en de zwangerschap kan verder groeien. HCG kan leiden tot misselijkheid.
Progesteron is een belangrijk hormoon voor de zwangerschap. Het helpt de baarmoeder om te groeien. Normaal maak je dit hormoon in de tweede helft van de cyclus. Heb je last van gespannen borsten voor de menstruatie? Dat komt door dit hormoon. In de zwangerschap maak je veel meer van dit hormoon aan. Gespannen borsten zijn hier het gevolg van. Dit hormoon doet nog veel meer. Het heeft een verslappend effect op spieren in de maag en de darmen. De gewrichten en banden in het lichaam worden soepeler onder invloed van dit hormoon.
Oestrogeen produceer je normaal tijdens de hele cyclus. Maar in een zwangerschap maak je veel meer aan. Meer dan je in je hele leven maakt als je niet zwanger bent. Oestrogeen zorgt ervoor dat de placenta zich goed kan ontwikkelen. De placenta is nodig voor groei en ontwikkeling van de baby. De snelle toename aan het begin van de zwangerschap kan een oorzaak zijn van misselijkheid. Oestrogeen zorgt voor ontwikkeling van klierbuizen in de borsten.
Al deze veranderingen bereiden je voor op de ontwikkeling van de zwangerschap, de bevalling en de borstvoeding. Tegelijkertijd verandert er heel veel in je lichaam en je beleving. Wat voel je, wat ruik en proef je, wat merk je als je inspant, hoe snel ben je emotioneel? Per persoon en ook per zwangerschap is het verschillend of je klachten hebt en hoeveel last je ervan hebt. Meestal zijn de klachten onschuldig en gaan ze van zelf weer over.
je emoties
je gewicht
je baarmoeder
je borsten
je spijsvertering
je blaas en urinewegen
je huid en je haar
je ademhaling
je bloedsomloop
je bekken en de gewrichten
je vagina
Energie en emoties
Vooral in de eerste drie maanden van de zwangerschap kan je moe zijn. Veel vrouwen hebben dan behoefte aan meer slaap. Dat komt door de werking van progesteron. Je kunt er gewoon aan toegeven. Na drie maanden hebben de meest vrouwen weer minder last van slaperigheid.
Sommige vrouwen hebben veel last van wisselende gevoelens en stemmingen als ze ongesteld zijn. Andere vrouwen merken er nauwelijks iets van. Zo is het ook in de zwangerschap: sommige vrouwen voelen zich de hele zwangerschap geweldig. Andere vrouwen merken niet zoveel. Weer andere vrouwen hebben enorm veel last van alle wisselende stemmingen. De zwangerschap kan ook gevolgen hebben voor je seksualiteit.
De meeste zwangere vrouwen herkennen wel één van de volgende gevoelens die je tijdens de zwangerschap kunt hebben. Maar misschien herken je deze gevoelens allemaal niet. Dat is ook normaal. Welke gevoelens kun je hebben?
Opmerkingen van anderen of van je partner raken je meer. Je bent dan sneller uit je evenwicht. En ook beelden op het nieuws raken je meer. Je bent veel emotioneler: je gevoelens komen op allerlei onverwachte momenten omhoog. Je kunt daar weinig aan doen: mogelijk huil je sneller. Soms zijn het tranen van geluk en soms tranen van verdriet of ontroering. En soms weet je niet waarom je huilt.
Je bent sneller uit je evenwicht.
Het lijkt alsof je op een dun koord loopt: je moet oppassen dat je er niet steeds naast stapt. Je kunt ook meer gespannen zijn door alle veranderingen in je leven en je lichaam.
Je bent sneller in paniek.
Veel zwangere vrouwen liggen soms midden in de nacht wakker. ’s Nachts lijken alle zorgen veel groter dan ze overdag zijn: Wil ik deze zwangerschap en deze veranderingen wel? Hoe zal mijn leven er straks uitzien? Hoe moet ik alles regelen? Veel vrouwen hebben een aanval van paniek in hun zwangerschap.
Je voelt je onzeker.
Daardoor heb je meer behoefte aan warmte, tederheid en bescherming.
Je voelt je sterk.
Door de zwangerschap kun je je heel sterk voelen: je wilt het nieuwe leven dat je in je draagt, beschermen. Je voelt je heel rustig van binnen en je hebt een sterk gevoel van trots. Je kunt dan heel veel energie hebben om ontzettend veel te doen – ondanks je moeheid.
Er verandert ook van alles in je contact met de buitenwereld. Veel zwangere vrouwen hebben heel sterk het gevoel dat ze hun kind moeten beschermen. Dat kan soms betekenen dat je je wilt afzonderen. Dat is heel normaal. Geef er maar gewoon aan toe. Het gaat vaak weer over, na je zwangerschap.
Het contact met je eigen moeder verandert. Je wordt zelf moeder. En je moeder wordt oma. Dat is vaak een leuke verandering, maar soms ook lastig: oude patronen en rollen kunnen je tegenhouden in hoe je het zelf wilt gaan doen. Praat erover, met je partner of een vriendin, of met je moeder zelf. Dat maakt je duidelijker hoe jij het wilt gaan doen. Ook al zal je misschien veel dingen hetzelfde doen als zij, jij wordt een unieke moeder. Als je moeder niet meer leeft, is dit vaak extra moeilijk. Je zal haar juist nu meer missen.
Je wordt nu samen een gezin. Je wordt samen ouders. Je gaat nadenken over je eigen rol als ouder. En over de rol van je partner als ouder: hoe zal hij of zij denken over de verzorging en de opvoeding, over naar school gaan en over de taakverdeling?
Het is goed om hier van tevoren al over te praten.
Emoties, ook de sterke emoties, horen bij het leven. Het kan gebeuren dat je ineens verdrietig of boos bent over dingen van vroeger. Praat daarover en probeer het een plekje te geven.
Misschien heb je erg veel stress, bijvoorbeeld door problemen met je partner, ruzie met je familie of vrienden, of misschien is er een dierbaar iemand overleden. Dat heeft dan natuurlijk invloed op je gevoelens. Probeer daarover te praten met iemand die je vertrouwt, of met een psycholoog of therapeut. Als je er niet over praat, heb je kans dat je nog meer spanning en stress krijgt.
Voel je je lange tijd verdrietig, alleen of depressief in de zwangerschap? Zoek dan hulp. Je kunt er met je verloskundige of gynaecoloog over praten. Zij kan je doorverwijzen naar een psycholoog. Je kunt er ook over praten met een vriendin of familielid. Ga naar iemand bij wie jij je prettig voelt.
Als je je somber hebt gevoeld in de zwangerschap, betekent dit niet dat je meer kans hebt op een postnatale depressie. Ben je daar wel bang voor, praat er dan over met je huisarts of je verloskundige of gynaecoloog. De verloskundige kan dan extra goed op je letten, in het kraambed en bij de nacontrole afspraak, 6 weken na de bevalling.
Tijdens de zwangerschap neemt het gewicht toe. Het lichaam met de baarmoeder is een veilige plek waar de baby kan groeien. Daarvoor heb je meer voeding nodig. Daarnaast bereidt je lichaam zich alvast voor op het geven van borstvoeding.
Gemiddeld worden zwangere vrouwen 12 kg zwaarder, maar de spreiding is groot. Je kunt al in de eerste maanden een behoorlijke toename van gewicht hebben. Daarna hoeft het niet meer zo snel te gaan.
De ideale gewichtstoename is afhankelijk van het gewicht voor de zwangerschap. Als je voor de zwangerschap een laag gewicht hebt, is het gezond wat extra aan te komen. Als je wat zwaarder bent, is het juist gezond om niet te veel aan te komen.
Of je een gezond gewicht hebt, kun je bepalen door je Body Mass Index, ofwel BMI te berekenen. Je kunt dit via de voedingswebsite doen. Een gezonde BMI ligt tussen de 20 en 25. Boven de 30 is er sprake van ernstig overgewicht.
Als je BMI lager dan 20 is, is het belangrijk dat je voldoende aankomt. Een totaal van 12 kg is dan een goed uitgangspunt. Kom je meer aan dan is dat ook goed. Heb je moeite met eten? Heb je veel last van misselijkheid? Vraag zo nodig hulp van je verloskundige of gynaecoloog. Je kan een verwijzing krijgen naar een diëtist. Samen maak je een plan om gezond en voldoende te eten op een manier de bij jou past.
Als de BMI tussen de 20 en 25 is, zijn de marges wat groter. Je kunt uitgaan van een gemiddelde 12 kg, maar als het een paar kilo minder of een paar kilo meer is maakt niet zoveel uit.
Als je BMI tussen de 25 en 30 ligt, dan heb je overgewicht. Kom bij voorkeur niet meer dan 12 kg aan. Als het een paar kilo minder is, is dat ook niet erg. Kom je meer aan dan heb je meer kans op suikerziekte (diabetes) in de zwangerschap. En na je bevalling is het weer extra moeilijk om terug te komen op je oude gewicht.
Als je BMI hoger dan 30 is, dan heb je ernstig overgewicht. Als het je lukt om niet meer dan 5 kg aan te komen, dan heb je minder risico’s in de zwangerschap. Bovendien heb je na de bevalling een beter uitgangspunt om op een redelijk goed gewicht uit te komen. Vrouwen die gevoelig zijn voor overgewicht, komen vaak veel aan de zwangerschap. Als je goed oplet met je eten, kan je dat mogelijk voorkomen.
De baarmoeder is minder dan 10 centimeter lang en weegt minder dan 100 gram. Aan het eind van de zwangerschap is de baarmoeder zo’n 30 centimeter lang en het gewicht is ongeveer 1 kg. De verloskundige en gynaecologen voelen aan de baarmoeder of de baby naar verwachting groeit. Als je 12 weken zwanger bent, komt de baarmoeder net boven het schaambeen uit. Bij 24 weken komt de baarmoeder een klein stukje boven de navel uit. Bij 32 weken komt de baarmoeder halverwege de afstand tussen de navel en het onderste deel van het borstbeen. En aan het eind van de zwangerschap komt de baarmoeder tot de ribbenboog.
Pijnbuik kind s.jpg
Je kunt in het begin van de zwangerschap last hebben van steken in de buik. Of deze steken door de groei van de baarmoeder komen, is niet bekend. De steken zijn meestal onschuldig. Bandenpijn heeft ook te maken met rek en groei. Deze klachten komen vaker voor in het tweede trimester.
In het eerste trimester kan je bloedverlies hebben uit de baarmoeder. Het kan onschuldig zijn, maar het kan ook een eerste teken van een miskraam. Heb je al een echo gehad en een hartje zien kloppen? Dan heb je een grote kans dat het onschuldig bloedverlies is.
Al snel na de bevruchting gaat er meer bloed naar de borsten en groeit er melkklierweefsel. Gevoelige en gespannen borsten is een vroeg teken van een zwangerschap. De tepels worden ook groter en de huid rondom de tepel donkerder. Soms kan je ook al een beetje afscheiding uit de tepels krijgen. Een stevige BH helpt als je last hebt van de borsten. Wil je meer weten over voorbereiden op het geven van borstvoeding? Zie voorbereiding kraamtijd
Er verandert veel aan de mond, de maag en de darmen. Veel vrouwen hebben last van misselijkheid en/of braken. Het heeft te maken met het zwangerschapshormoon HCG en het snelle stijgen van oestrogeen aan het begin van de zwangerschap. Naast gespannen borsten is het ook een van de eerste signalen dat je zwanger bent. Zie verder mogelijke problemen.
Het tandvlees is tijdens de zwangerschap gevoeliger voor ontstekingen. Bloedend tandvlees komt regelmatig voor. Als je er niet op tijd bij bent, kan deze ontsteking zich uitbreiden naar de wortels en van daaruit het kaakbot beschadigen. Tanden en kiezen kunnen los gaan zitten.
De grootste bedreiging voor het gebit zijn de bacteriën in tandplaque. Het is in deze periode dan ook extra belangrijk om het gebit goed schoon te houden. Poets tanden, kiezen, en tandvleesranden met een zachte borstel. Probeer daarnaast dagelijks twee keer te stoken of te ragen om de ruimtes tussen de tanden goed schoon te houden. Als het tandvlees ontstoken is of bloedt, is het verleidelijk om er vanaf te blijven, maar juist dan moet je het gebit extra goed verzorgen.
Veel vrouwen krijgen tijdens hun zwangerschap last van brandend maagzuur. Maar liefst 70%. Meestal krijg je last in het tweede of derde trimester. Maar de klachten kunnen ook al ontstaan in het eerste trimester. Dit heeft te maken met progesteron. Door dit hormoon verslapt de spier tussen maag en slokdarm. Zo kan er makkelijk maagzuur uit de maag in je slokdarm omhoog komen. Je kunt een brandend gevoel hebben boven in de buik of achter het borstbeen. Je kunt het zuur omhoog voelen komen in de keel.
Heb je last van maagzuur? Gebruik geen koolzuurhoudende dranken. Gebruik minder koffie, thee en chocolade. Warme melk, vla en kamillethee kunnen verlichting geven. Als je er in bed last van krijgt, kun je het hoofdeinde iets hoger zetten. Helpt dit niet? Je kunt bij de drogist of apotheek medicijnen kopen die het maagzuur neutraal maken. Deze middelen zijn ongevaarlijk voor de zwangerschap. Helpt dit ook niet? Bespreek het met de verloskundige of de gynaecoloog. Er zijn andere medicijnen die meestal wel helpen.
De darmen werken wat trager door het hormoon progesteron. De ontlasting kan harder zijn en minder vaak komen. Je kunt last krijgen van buikpijn.
Goed drinken en vezelrijk eten helpt. Gebruik rauwkost, fruit en volkoren producten en zo nodig zemelen. Drink ongeveer 2 liter per dag. Regelmatig bewegen, in elk geval een half uur per dag, kan ook helpen. Je kunt ook medicijnen gebruiken om de ontlasting soepeler te maken. Vraag de verloskundige of de gynaecoloog een recept als je klachten blijft houden.
Tijdens de zwangerschap komen aambeien vaker voor. Aambeien zijn uitstulpingen van bloedvaatjes bij de anus. Aambeien kunnen jeuken en pijn doen. Persen kan de klacht verergeren.
Probeer verstopping en harde ontlasting te voorkomen. Vraag een zalf voor aambeien om de klachten te verlichten.
Vaak plassen is een typische zwangerschapsklacht. Het begint al vroeg in de zwangerschap. Bijna alle vrouwen moeten vaker plassen. Door een combinatie van hormonen, meer urineproductie en druk van de groeiende baarmoeder op de blaas heb je vaker aandrang.
Ga niet minder drinken. Zorg dat je 2 liter drinkt op een dag. Dat is gemiddeld een halve liter meer dan buiten de zwangerschap.
Zorg dat je goed uit plast. Ga ontspannen op het toilet zitten met de voeten op de grond. Ga rechtop zitten en houd de rug wat hol. Laat de urine vanzelf komen. Probeer niet tussendoor te stoppen met plassen, maar plas in een keer. Probeer om niet te persen, omdat dan de bekkenbodem kan aanspannen. Je kunt nog proberen of er meer urine komt als je naar voren buigt. Moet je er )s nachts vaak uit? Dan kun je er voor kiezen ’s avonds minder te drinken. Zorg er wel voor dat je overdag voldoende drinkt.
Het is niet ongewoon om zo nu en dan per ongeluk een beetje urine te verliezen, bijvoorbeeld als je moet lachen of iets optilt. De bekkenbodemspieren zijn wat slapper geworden en de baarmoeder drukt steeds zwaarder op de blaas.
Als je er veel last van krijgt, kun je bekkenbodemoefeningen doen. Vraag zo nodig een verwijzing voor een bekkenfysiotherapeut. Deze klachten worden meestal erger aan het eind van de zwangerschap.
Je bent vatbaarder voor een blaasontsteking en je herkent het minder makkelijk. Veel plassen kan een teken zijn van blaasontsteking. Maar dit is ook een normaal verschijnsel als je zwanger bent.
Bij een blaasontsteking heb je vaak ook een branderig gevoel of pijn bij of na het plassen. Maar deze symptomen kunnen ontbreken als je zwanger bent. Een continu zeurend gevoel onder in de buik of rug kan ook een teken van een blaasontsteking zijn. Heb je ook pijn in de flanken, dan heb je mogelijk een nierbekkenontsteking.
Plas je alleen maar kleine beetjes en heb je een pijnlijk gevoel onder in de buik? Of heb je wel last van een branderig gevoel tijdens en na het plassen? Of heb je pijn aan één of beide flanken?
Overleg met de verloskundige, de gynaecoloog of de huisarts om de urine te laten nakijken. Het advies is een blaasontsteking te laten behadelen met antibiotica. Je kunt als je wat verder zwanger bent, ook last krijgen van harde buiken. Soms kan een blaasontsteking/nierbekkenontsteking weeën opwekken, dat kan vanaf het tweede trimester gebeuren.
Tijdens de zwangerschap veranderen de huid, nagels en haren. Veel vrouwen krijgen een dikker haar met meer glans. De huid is vaak soepeler en ziet er stralender uit. Helaas zijn er ook nadelen. Je kunt vlekken in de huid krijgen door meer pigmentatie.
De doorbloeding van je huid wordt beter. Daardoor ziet je huid er stralender uit. Door het zwangerschapshormoon oestrogeen, komt er meer pigment in de huid. Je kan daardoor meer sproeten krijgen of een zwangerschapsmasker. Ook de tepelhof wordt donkerder. De meeste huidveranderingen verdwijnen weer vanzelf na de zwangerschap. Maar bij sommige vrouwen zijn de veranderingen permanent. Zoals geldt voor alle pigmentvlekken, moet je oppassen in de zon. De zon kan ervoor zorgen dat je vlekkerig bruin wordt.
In de zomer groeien je nagels sneller. Wist je dat dat ook zo is in de zwangerschap?
Veel vrouwen merken dat hun haar voller wordt tijdens de zwangerschap. Dat komt doordat oestrogeen een groter van deel de haren in de actieve groeifase houdt. Daardoor valt er minder haar uit. De talgproductie neemt toe. Haar kan gaan glanzen. Maar vet haar kan ook sluik worden. Na de zwangerschap zal het haar weer worden zoals het eerder was.
Al in het begin van de zwangerschap verandert de ademhaling. Je hebt meer zuurstof nodig voor de groei van de baarmoeder, de placenta en het kind. Dit is 20 tot 40%. Het lichaam past zich al in een vroeg stadium aan. Dit gebeurt door het hormoon progesteron. Later in de zwangerschap gaat ook de groei van de baarmoeder en de druk op het middenrif een rol spelen.
Ademen gebeurt vanzelf. We ademen zuurstof in en koolzuur uit. Het ademhalingscentrum in de hersenen stuurt dit aan. Door progesteron wordt het ademhalingscentrum gevoeliger voor koolzuur. Je gaat daardoor wat dieper ademen, zonder dat je dit merkt. Mogelijk merk je dit wel als je je inspant en bijvoorbeeld een trap oploopt. Je krijgt zo meer zuurstof. Je kunt dit een milde vorm van hyperventilatie noemen. Dit is een normale aanpassing van je lichaam.
In de zwangerschap zijn vrouwen gevoeliger voor hyperventilatie. Hyperventilatie betekent dat je te veel of te snel adem haalt. Door de snelle ademhaling neemt het lichaam te weinig koolzuur en te veel zuurstof op. Daardoor wordt de balans in het bloed verstoord. Dit zorgt voor een licht gevoel in het hoofd en duizeligheid. Bij ernstiger hyperventilatie kun je tijdens een aanval ook last krijgen van pijn op de borst, tintelingen in handen en rond de mond, een benauwd gevoel, vaak geeuwen of zuchten, vermoeidheid en angst. Dit voelt erg beangstigend, maar hyperventilatie is ongevaarlijk.
Ben je bekend met hyperventilatie, hou er dan rekening mee dat je er nu gevoeliger bent. Heb je dit voor het eerst? Vraag dan hulp, want je kan het onder controle krijgen door oefeningen.
Onder invloed van hormonen verandert de bloedsomloop al vroeg in de zwangerschap. Het hart gaat sneller kloppen. De hartslag gaat zo’n 15 slagen per minuut omhoog. Het hart gaat ook krachtiger kloppen. Zo pomp je meer bloed door het lichaam. Verder ga je meer bloed aanmaken. Om het bloed beter te laten doorstromen worden de wanden in de bloedvaten slapper. Aan het eind van het eerste trimester daalt bij veel vrouwen de bloeddruk. De placenta krijgt zo een goede doorstroming van bloed en dat is nodig voor de ontwikkeling van je kind. Aan het eind van het derde trimester stijgt de bloeddruk vaak weer wat.
Mogelijk merk je veranderingen aan de huid, de haren of de nagels op. Mogelijk merk je dat je wat sneller last hebt van hartkloppingen. Je kunt warmere handen en voeten hebben. Maar er zijn ook vrouwen die juist meer last van koude voeten hebben.
Niet alleen de doorstroming van het bloed verandert, maar ook het bloed zelf. Daar merk je niets van. Je hebt wel een hoger risico op trombose (bloedpropje dat je vat kan afsluiten) waardoor je een trombosebeen of longembolie kan krijgen.
Het hormoon progesteron heeft ook een verslappend effect op de banden van je gewrichten en je schaambeenverbinding. Zo krijg je straks meer ruimte in het bekken voor de bevalling.
Je kunt merken dat je banden zwakker zijn als je bepaalde bewegingen maakt. Misschien voetbal je nog, maar merk je dat je niet zomaar een voorzet kan geven. Maar mogelijk heb je er helemaal geen last van. Je kunt ook heel vervelende klachten krijgen van het bekken en de rug. Natuurlijk speelt de verandering van je houding en het toenemend gewicht ook een rol. Regelmatig gaan klachten die in het eerste trimester ontstaan vanzelf weer over. Veel vrouwen hebben aan het eind van de zwangerschap meer last. Het hoofdje van de baby komt dieper in het bekken.
Heb je veel last? Vraag dan een verwijzing naar een bekkenfysiotherapeut. Je krijgt oefeningen om de spieren rond het bekken te versterken. Ze geeft je tips over hoe je een goed balans krijgt tussen inspannen en ontspannen.
Zie verder bij mogelijke problemen in de zwangerschap.
De doorbloeding van je vagina neemt toe in de zwangerschap. Verder krijg je door de groei van de baarmoeder meer druk op de bloedvaten.
Je kunt meer afscheiding krijgen tijdens de zwangerschap. Dit is onschuldig.
Gebruik liever geen inlegkruisjes, want dan wordt het meestal nog erger. Verschoon vaker en probeer als dat kan wat luchtige kleding te dragen.
Daarnaast stijgt de zuurgraad (pH) van de vagina. Daardoor heb je meer kans op vaginale schimmelinfecties. De klachten hierbij zijn (vaginale) jeuk en witte brokkelige afscheiding. Je kunt om een behandeling vragen aan je verloskundige, huisarts of gynaecoloog.
Controles en onderzoeken
Controles en onderzoeken
In de zwangerschap krijg je standaardcontroles en onderzoeken. Tussen 9 tot 12 weken krijg je een intake, een termijnecho en bloedonderzoek. Je kunt kiezen of je onderzoek wil laten doen naar het syndroom van Down. Hierover krijg je, als je dat wil, informatie aan het begin van de zwangerschap. Je kunt een uitgebreide echo bij 20 weken laten doen. Hierover krijg je ook informatie aangeboden.
Lees Meer
Bloedonderzoek Controles Hoe vaak? Lichamelijk onderzoek Echo Eerste bloedonderzoek Het laboratorium onderzoekt je bloed op: Afwijkend? Rhesus D en Rhesus c Lues (syfilis) Hepatitis B HIV Te laag hemoglobine Termijnecho Hoe gaat de termijnecho? Vaginale echo Waarom een termijnecho? De uitgerekende datum Verschil tussen wat de uitgerekende datum die zelf berekent en de echo? Vruchtbaarheidsbehandeling Wie doet de echo? Andere bevindingen De onderstaande informatie over screening op down- edwards en patausyndroom hebben we overgenomen van de website van het RIVM. Downsyndroom Edwards- en patausyndroom Je bent niet verplicht om de screening op down-, edwards- en patausyndroom te doen. Je moet zelf kiezen of je dit wel wilt. Gesprek Hoe? De NIPT. Geeft de uitslag van de screening zekerheid? Uitslag Je kunt besluiten om niets te doen en gewoon af te wachten. Kosten en registratie: wat moet je betalen? Registratie van je gegevens Keuzehulp 20 wekenecho De onderstaande informatie over 20 weken echo hebben we overgenomen van de website van het RIVM. Wat is de 20 wekenecho? Wil je informatie? Hoe gaat de 20 wekenecho? De uitslag van de 20 wekenecho Geeft de 20 wekenecho zekerheid? Kosten en registratie Registratie van je gegevens Keuzehulp terug naar het menu van deze pagina >>Controles
Termijnecho
Screening syndroom van Down
20 weken echo
Tijdens de controles heb je eerst een gesprek. Je verloskundige of gynaecoloog vraagt hoe je je voelt en hoe je de zwangerschap beleeft. Natuurlijk kun je zelf ook vragen stellen. Aan het eind van de zwangerschap bespreek je de bevalling en de wensen en verwachtingen die je hierover hebt.
Je verloskundige of gynaecoloog controleert regelmatig het verloop van je zwangerschap. In de eerste helft van de zwangerschap heb je waarschijnlijk elke 4 weken een controle. Dit loopt op tot wekelijkse controles aan het einde van je zwangerschap.
Afhankelijk van je persoonlijke situatie zijn minder of meer controles mogelijk.
Bij elk bezoek doet je verloskundige of gynaecoloog lichamelijk onderzoek.
Groeit je kind voldoende? De verloskundige of gynaecoloog controleert de groei van de baarmoeder via je buik.
Vanaf de derde maand luistert je verloskundige of gynaecoloog ook naar de hartslag van je kind.
In de laatste maanden van de zwangerschap beoordeelt de verloskundige of gynaecoloog de ligging van je kind. In de laatste weken wordt gecontroleerd of de baby goed indaalt in het bekken.
De verloskundige of gynaecoloog meet je bloeddruk. Een lage bloeddruk tijdens de zwangerschap kan geen kwaad, maar geeft soms klachten. Je kunt bijvoorbeeld duizelig worden als je opstaat. Een te hoge bloeddruk merk je meestal zelf niet, maar maakt extra zorg voor jou en je kind noodzakelijk.
Vaak doet je verloskundige of gynaecoloog een extra echo. Redenen hiervoor kunnen zijn:
Tijdens je eerste bezoek vertelt je verloskundige of gynaecoloog over een bloedonderzoek dat je kunt laten doen. Dit bloedonderzoek gebeurt alleen met jouw toestemming.
Heb je een afwijkende uitslag? Vaak is er dan meer bloedonderzoek nodig. De baby kan dan ziek worden. Meestal is het mogelijk om jou al tijdens de zwangerschap te behandelen en zo je baby te beschermen.
Daarom krijg je het bloedonderzoek vroeg in de zwangerschap aangeboden.
Antistoffen tegen bloedgroepen
Tijdens de zwangerschap en de bevalling kunnen er rode bloedcellen van je kind in je eigen bloed terechtkomen. Als je kind een andere bloedgroep heeft dan jij, kan je lichaam antistoffen maken tegen het bloed van je kind. Het laboratorium onderzoekt of je zulke antistoffen hebt. Dat is belangrijk om te weten, omdat sommige antistoffen tijdens de zwangerschap het bloed van je kind kunnen afbreken. Je kind krijgt dan bloedarmoede.
Als er antistoffen worden gevonden, is soms verder onderzoek nodig.
Er zijn twee groepen vrouwen die een iets grotere kans lopen om antistoffen tegen bloedgroepen te maken. Dat zijn vrouwen die Rhesus D-negatief zijn en vrouwen die Rhesus c-negatief zijn. Zij hebben tijdens de zwangerschap extra aandacht nodig. Het laboratorium bepaalt daarom tijdens het bloedonderzoek ook of je Rhesus D-negatief of Rhesus c-negatief bent.
Lues is een seksueel overdraagbare aandoening, veroorzaakt door een bacterie. Om besmetting van de baby te voorkomen is het belangrijk dat de ziekte zo vroeg mogelijk in de zwangerschap wordt opgespoord. Lues is gemakkelijk behandelbaar met antibiotica.
Hepatitis B is een infectieziekte van de lever. Deze ziekte wordt veroorzaakt door het hepatitis B-virus. Soms hebben mensen geen klachten en weten zij niet dat ze met het virus besmet zijn. Het virus is tijdens de zwangerschap niet schadelijk voor de gezondheid van de baby. Maar tijdens de geboorte kan een baby alsnog een infectie met het virus oplopen. Door middel van vaccinaties kun je dit voorkomen.
HIV is het virus dat de ziekte aids veroorzaakt. HIV is dankzij nieuwe virusremmers tegenwoordig een chronische ziekte. Je kunt met HIV besmet raken als je onveilig vrijt met iemand die besmet is of als je in aanraking komt met besmet bloed. Je kunt het virus tijdens de zwangerschap of bevalling via je bloed op de baby overdragen of daarna via borstvoeding. Met behulp van virusremmers kunnen we deze overdracht meestal voorkomen.
Als je te laag hemoglobine hebt, dan heb je bloedarmoede. Meestal komt dit omdat je te weinig ijzer hebt. Veel vrouwen hebben geen last van bloedarmoede. Maar als je zwangerschap verder gaat, heeft de baby steeds meer voeding nodig. Dan wordt de bloedarmoede meestal erger. Zo nodig krijg je verder onderzoek naar de oorzaak van de bloedarmoede. Zo nodig adviseert je verloskundige of gynaecoloog ijzertabletten te gaan gebruiken.
Te hoog bloedsuiker
Als je bloedsuiker te hoog is, dan heb je mogelijk suikerziekte (diabetes). Zo nodig wordt dit nog een keer getest. Als je suikerziekte hebt, dan heb je een behandeling nodig. Dat is voor jouw gezondheid en voor de baby belangrijk.
Meer informatie?
Meer informatie over dit eerste bloedonderzoek vind je in de folder Zwanger en de folder Bloedonderzoek zwangeren.
Rond de 9-12 weken krijg je een echo om te bepalen hoe lang je zwanger bent. Dit is een termijnecho. Je krijgt nu je uitgerekende datum. Op de echo is ook te zien of je zwanger bent van een tweeling en of het hartje van de baby klopt.
Via je buik brengt de echoscopist de zwangerschap in beeld. Je ziet op het scherm de baarmoeder met daarin de vruchtzak met de baby.
De echoscopist meet de baby van de bovenkant van het hoofd (de kruin) tot de stuit. Bij deze afmeting past een zwangerschapsduur. Als de afmeting bijvoorbeeld 3.3 cm is, dan ben je 10 weken zwanger.
Is het beeld niet duidelijk? Of ben je minder ver dan 10 weken? Dan stelt de echoscopist voor om de meting via de vagina te doen. Dat is dan betrouwbaarder.
Opnieuw een echo
Als je minder ver bent dan 8 weken en 4 dagen, dan krijg je later nog een echo. Pas na deze periode kun je een termijnecho maken.
Tijdens de termijnecho bepalen we hoe ver je zwanger bent. Je krijgt dan je uitgerekende datum. Als er bijzonderheden zijn in je zwangerschap, is het belangrijk dat we precies weten hoe ver je zwanger bent. Bijvoorbeeld als je te vroeg weeën krijgt, als je baby minder goed groeit of als je overtijd raakt.
Je kunt je datum ook uitrekenen door te tellen vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie, zie het allereerste begin. Maar deze datum is niet erg betrouwbaar. Dat komt omdat de zwangerschap pas bij de eisprong begint en niet na de menstruatie. Per persoon verschilt het hoe lang de periode duurt vanaf de eerste dag van de menstruatie tot aan de eisprong.
Mogelijk is er een verschil tussen de datum die je zelf hebt berekend en de echodatum. Bespreek dit met de echoscopist. Het is belangrijk dat je begrijpt waardoor dit komt.
Meestal heb je een andere periode gehad tussen de menstruatie en de eisprong. Als je weet wanneer je bevrucht bent, dan kunnen er ook een paar dagen verschil zijn. Zaad kan een paar dagen blijven leven, voordat de bevruchting plaatsvindt. Mogelijk heb je een eisprong gevoeld en ga je van deze datum uit. Maar we weten dat het voelen van de eisprong niet erg betrouwbaar is. Daarom gaan we uit van de echodatum.
Heel soms is er wel een tragere groei van het embryo als er een chromosomale afwijking is.
Als je een vruchtbaarheidsbehandeling hebt gehad, dan is het anders. Dan weet je precies wanneer de eisprong is geweest. Dit is bijvoorbeeld tijdens de punctie als je IVF hebt gehad. Dan neem je de datum van de eisprong. Vanaf de eisprong is het 38 weken tot je uitgerekende datum.
Per praktijk verschilt dit. De verloskundige van de praktijk kan de termijnecho doen als zij hiervoor een opleiding heeft en een geschikt echo apparaat. Anders verwijst ze je naar een echopraktijk of het ziekenhuis.
In het ziekenhuis kan de verloskundige of de gynaecoloog deze echo maken.
De echoscopist meet niet alleen de baby, maar kijkt ook naar
Heb je een tweeling?
Zit het embryo in de baarmoeder?
Klopt het hartje?
Ziet alles er normaal uit bij deze zwangerschapsduur?
Bijzondere belevenis
Je krijgt een foto mee. Je kunt de echo filmen met je telefoon als je dat wilt.
Screening op down-, edwards en patausyndroom
Als je voor de echo komt bij ongeveer 10 weken zwangerschapsduur, dan bespreekt de verloskundige of gynaecoloog de mogelijkheid om onderzoek te doen naar het syndroom van Down. Het is belangrijk om samen met je partner een beslissing te nemen of je onderzoek wil laten doen. Sinds kort is er een nieuwe test: de NIPT. Een vruchtwaterpunctie of vlokkentest is alleen nog nodig als de kans groot is dat het kind een trisomie heeft.
Per onderdeel kun je aanvullende informatie vinden op hun website.
Downsyndroom is een aandoening waarmee iemand wordt geboren. Downsyndroom houd je je hele leven.
Mensen met downsyndroom hebben een verstandelijke beperking. Bij de een is het ernstiger dan bij de ander. Van tevoren is daar niets over te zeggen.
Mensen met downsyndroom kunnen nu vaak beter aan het gewone dagelijks leven deelnemen dan vroeger. Dat komt door speciale programma’s die hen helpen met leren. Daar moet je mee beginnen als ze nog jong zijn. Wel hebben ze hun hele leven lang begeleiding en hulp van anderen nodig.
Mensen met downsyndroom hebben vaker medische problemen, maar deze zijn nu bijna altijd goed te behandelen. Soms is een operatie nodig. Mensen met downsyndroom worden gemiddeld 60 jaar.
Dit zijn zeer ernstige aandoeningen. De meeste kinderen overlijden voor of rond de geboorte. Edwards- en patausyndroom komen veel minder voor dan downsyndroom.
Zelf kiezen
Goed nadenken of je de screening op down-, edwards- en patausyndroom wilt
Wilt je tijdens de zwangerschap al weten of je kind down-, edwards- en patausyndroom heeft? Of wacht je liever af?
Als je te horen krijgt dat je kind down-, edwards- of patausyndroom heeft, wat wil je dan doen?
Dit zijn vragen waar je goed over na moet denken, voor je besluit of je de screening wilt.
Eerst een gesprek met uw verloskundige of gynaecoloog
Bij je eerste bezoek krijg je de vraag: “Wil je meer weten over de screening op down-, edwards- en patausyndroom?”
Wil je geen informatie over deze screening? Je verloskundige of gynaecoloog zal je dan verder niets over de screening vertellen. Je kiest er dan voor om je kind niet te laten onderzoeken op down-, edwards- en patausyndroom.
Als je zegt dat je meer wilt weten, krijg je een uitgebreid gesprek met uw verloskundige of gynaecoloog over de screening. Ook kun je vragen stellen.
Pas na dit uitgebreide gesprek beslis je of je de screening wel of niet wilt.
Hoe gaat de screening op down-, edwards- en patausyndroom?
Je kunt kiezen uit twee verschillende testen.
De combinatietest. Dit bestaat uit een bloedonderzoek bij de zwangere en echo-onderzoek van het kind. Het onderzoek kan tussen 9 en 14 weken zwangerschap. De combinatietest berekent hoe groot de kans is dat uw kind down-, edwards- of patausyndroom heeft.
Dit is een bloedonderzoek bij de zwangere. Het onderzoek kan vanaf 11 weken zwangerschap.
De NIPT ontdekt meer kinderen met down-, edwards- en patausyndroom en de uitslag van de NIPT klopt vaker dan de uitslag van de combinatietest.
Zwangeren kunnen vanaf 1 april 2017 kiezen voor de NIPT, maar dat kan alleen als zij meedoen aan een wetenschappelijke studie (TRIDENT-2).
Zekerheid?
Nee. De combinatietest en de NIPT geven geen zekerheid. Maar als je een gunstige uitslag hebt, hoef je geen vervolgonderzoek.
Als je een ongunstige uitslag hebt, kun jr kiezen voor vervolgonderzoek om zekerheid te krijgen.
De uitslag: je bent misschien zwanger van een kind met down-, edwards-, of patausyndroom. Wat nu?
Je verloskundige of gynaecoloog legt je uit wat de uitslag betekent. Wat kun je doen?
Als je wil, kun je vervolgonderzoek krijgen om (meer) zekerheid te krijgen.
Je beslist zelf of je vervolgonderzoek wilt. Je mag ook besluiten dat je dat niet wilt. Je besluit heeft geen invloed op de zorg tijdens de zwangerschap en bevalling.
Denk je erover om uw zwangerschap af te breken? Dan is het belangrijk om eerst vervolgonderzoek te laten doen om zeker te weten of je kind down-, edwards- of patausyndroom heeft.
De zorgverzekering betaalt het uitgebreide gesprek met de verloskundige of gynaecoloog. De testen moet je zelf betalen.
De combinatietest kost €170,13. Soms betaalt een aanvullende verzekering de test. Informeer bij je zorgverzekeraar.
De NIPT moet je altijd zelf betalen en kost €175.
Wil je de screening op down-, edwards- en patausyndroom? Gegevens over de screening en de uitslag komen ook in een landelijk informatiesysteem.
Vind je het moeilijk om te beslissen of je de screening op down-, edwards- en patausyndroom wilt?
Praat er over met je verloskundige of gynaecoloog. Of praat erover met anderen die voor je belangrijk zijn. Je kunt ook de keuzehulp “Bewust kiezen”op de website doornemen.
De 20 wekenecho wordt ook wel het SEO genoemd. SEO staat voor Structureel Echoscopisch Onderzoek. Je kiest zelf of je deze echo wilt laten maken. Er zijn geen kosten aan verbonden. De echo gebeurt via de buik. Het onderzoek vindt plaats tussen de 18 en 22 weken. De echoscopist beoordeelt het hoofdje, het hartje, de organen, de ledematen, de placenta en het vruchtwater. Daarnaast wordt de groei van de baby opgemeten.
Per onderdeel vind je aanvullende informatie op hun website.
Bij de 20 wekenecho kijkt de echoscopist of uw kind lichamelijke afwijkingen heeft. De 20 wekenecho is geen pretecho, maar een medisch onderzoek.
Zelf kiezen
Goed nadenken of je de 20 wekenecho wilt
Als ouders wil je graag horen dat alles goed is met je kind. Maar het kan zijn dat de echoscopist afwijkingen ziet. De echoscopist vraagt je dan of je verder onderzoek wilt.
Wil je het tijdens de zwangerschap al weten als je kind een afwijking heeft? Of wacht je liever af? Je moet zelf kiezen of je dit wilt. Je bent niet verplicht om een 20 wekenecho te laten maken.
Gesprek
Eerst een gesprek met uw verloskundige of gynaecoloog
Je verloskundige of gynaecoloog zal vragen of je meer wilt weten over de 20 wekenecho.
In een uitgebreid gesprek vertelt je verloskundige alles over de 20 wekenecho. Ook kun je vragen stellen. Daarna kies je of je de 20 weken echo wilt laten doen of niet.
Wil je geen informatie? Ook dat is goed. Je kiest er dan voor om geen 20 wekenecho te laten doen.
Via jr buik wordt een echo gemaakt van uw kind. Bij de 20 wekenecho wordt het hele kind goed bekeken. Alleen speciaal opgeleide echoscopisten mogen de 20 wekenecho doen. Vaak moet je voor het onderzoek naar een apart echocentrum.
De echoscopist moet zich goed concentreren tijdens het onderzoek. Daarom mag je geen kinderen meenemen.
Meestal krijg je direct de uitslag. Bij 95 van de 100 zwangere vrouwen ziet de echoscopist geen afwijkingen. Vervolgonderzoek is niet nodig.
Heeft de echoscopist iets afwijkends gezien? Je kunt dan kiezen voor vervolgonderzoek.
Nee. Met de 20 wekenecho zijn niet alle afwijkingen te zien. Je kind kan dus toch een afwijking hebben als de uitslag goed is.
Bij vrouwen met overgewicht is het kind niet altijd goed te zien. Daardoor kan de echoscopist afwijkingen missen.
Je zorgverzekering betaalt het uitgebreide gesprek met de verloskundige of gynaecoloog en de 20 wekenecho.
Wil je de 20 wekenecho? Gegevens over het onderzoek en de uitslag komen in een landelijk informatiesysteem.
Vind je het moeilijk om te beslissen of je de 20 wekenecho wilt?
Praat er over met je verloskundige of gynaecoloog. Of praat erover met anderen die voor je belangrijk zijn. Je kunt ook de keuzehulp “Bewust kiezen” op de website doornemen. Of over ervaringen van anderen lezen.
Mogelijke problemen
In de zwangerschap kun je verschillende problemen krijgen. Mogelijk kom je al verder met een paar tips. Een paar veel voorkomende problemen hebben we er voor je uitgelicht. Er kunnen ook problemen zijn waarover je contact moet opnemen met de verloskundige of het ziekenhuis. Zie hiervoor wanneer waarschuwen.
Lees Meer
Bloedverlies aan het begin van de zwangerschap Op de echo al het hartje zien kloppen? Oorzaken bloedverlies Miskraam Als je bloedverlies hebt, overleg dan met je verloskundige of gynaecoloog. Meestal kun je op korte termijn een afspraak krijgen voor een echo. Dit verandert de uitkomst niet, maar je hebt waarschijnlijk wel behoefte aan geruststelling. Heb je veel bloedverlies, waarschuw dan meteen. Nog geen hartje zien kloppen? Oorzaken bloedverlies nog voor je het hartje hebt zien kloppen Als je bloedverlies hebt, overleg dan met je huisarts, verloskundige of gynaecoloog. Meestal kun je op korte termijn een afspraak krijgen voor een echo. Dit verandert de uitkomst niet, maar je hebt waarschijnlijk wel behoefte aan duidelijkheid. Ook moet worden uitgesloten of je een buitenbaarmoederlijke zwangerschap hebt. Heb je veel bloedverlies, waarschuw dan meteen. Mogelijk al een miskraam gehad? Vooral in de eerste 3 tot 4 maanden van de zwangerschap kun je last hebben van (ochtend)misselijkheid en overgeven. Gelukkig kun je er vaak zelf wat aan doen. Als je vaak of langdurig braakt, dan kan een opname nodig zijn. Wat is normaal? Niet alleen in de ochtend Beloop zwangerschapsmisselijkheid Meer slijm in je mond en beter geurvermogen Gevaarlijk? Emoties Waarom misselijk? Persoonlijk Andere oorzaken Wat kun je zelf doen? ’s Ochtends iets eten Kleine maaltijden Genoeg drinken Opeens misselijk? Druk leven? Gember Wanneer contact opnemen bij zwangerschapsmisselijkheid? Emesafene Dosis Veiligheid voor baby Bijwerkingen Contact opnemen Primperan Dosis Veiligheid voor baby Bijwerkingen Contact opnemen Zofran Dosis Veiligheid voor baby Bijwerkingen Contact opnemen Meestal ontstaat de jeuk tijdens de laatste drie maanden van de zwangerschap. Jeuk begint vaak op de buik en kan zich over het hele lichaam verspreiden. Jeuk op de handpalmen en voetzolen komt ook veel voor. De jeuk wisselt in ernst. De ene vrouw heeft een beetje last, terwijl de andere vrouw gek wordt van de jeuk. Per dag kunnen de klachten wisselen. Veel vrouwen hebben vooral ’s nachts last. De jeuk verdwijnt na de bevalling binnen een week en vaak al sneller. Waardoor ontstaat zwangerschapsjeuk? Huidaandoening Galstuwing in de zwangerschap Jeuk met uitslag Ernstige jeuk Wat kun je zelf doen? Leg iets koels op de jeukende plek. Pas op dat je je huid goed beschermt met bijvoorbeeld een doek tussen het compres en je huid. Wanneer waarschuwen bij jeuk? Jeuk met een huidafwijking zoals rode bultjes, rode uitslag of blaasjes of blaren Tijdens de zwangerschap verandert er veel in je lichaam. De zwangerschapshormonen hebben een verwekend effect op banden en spieren. Je lichaam wordt zwaarder belast door de groeiende buik. Mogelijk beweeg je minder dan je gewend bent. Dit alles kan leiden bekkenklachten en rugklachten. Enkele tips en aandachtspunten kunnen je mogelijk helpen. Blijven de klachten bestaan en heb je er veel hinder van? Laat de verloskundige of gynaecoloog dit weten. Zij kunnen je verwijzen naar een gespecialiseerd fysiotherapeut. Slaap- en lighouding Zit- en werkhouding Omdraaien in bed en opstaan Lopen Tillen Bukken terug naar het menu van deze pagina >>Bloedverlies
Vaginaal bloedverlies aan het begin van een zwangerschap komt regelmatig voor. Heb je al een echo gehad en het hartje van het embryo zien kloppen? Dan is de kans groot dat het onschuldig bloedverlies is. Is het bloedverlies ruim, neem dan contact op met je verloskundige of gynaecoloog. Heb je nog geen echo gehad? Neem dan meteen contact op.
Heb je op de echo het hartje van het embryo (het allereerste begin van een kind) al zien kloppen? Maar heb je wel vaginaal bloedverlies? Dan ben je mogelijk ongerust. Toch is de kans dat de zwangerschap goed gaat groot: ongeveer 95%.
Je kunt wat bloedverlies hebben als de bevruchte eicel in het baarmoederslijmvlies ingroeit. We noemen dit een innestelingsbloeding. Verder kun je ook bloedverlies krijgen na gemeenschap of na ontlasting. Soms is een ontsteking of afwijking aan de baarmoedermond de oorzaak.
Heb je veel bloedverlies? Heb je een menstruatie-achtige pijn? Dit kan een teken zijn van een miskraam. De meeste miskramen ontstaan al voordat het embryo een hartje heeft ontwikkeld. Maar latere miskramen komen ook voor.
Heb je vaginaal bloedverlies en nog geen echo gehad? Dan is de kans ongeveer 50% dat je een miskraam krijgt. Of was er nog onduidelijkheid over de ontwikkeling van de zwangerschap en geen kloppend hart gezien op de echo? Dan is de kans ook groter dat het bloedverlies een teken is van een miskraam.
Mogelijk heb je een onschuldige bloeding zoals bij innesteling of na gemeenschap of na ontlasting. Het bloedverlies kan ook een eerste teken zijn van een miskraam. Als je een buitenbaarmoederlijke zwangerschap hebt, krijg je vaak ook vaginaal bloedverlies.
Je kan een vroege miskraam krijgen. Als je overtijd bent en een heftige menstruatie krijgt, kan dit door een miskraam komen. Je weet dit alleen zeker als je ook een positieve zwangerschapstest hebt gehad. Heb je mogelijk een miskraam gehad, maar houd je bloedverlies? Neem dan contact op met je huisarts, verloskundige of gynaecoloog. Soms is dit een teken van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Soms is er nog een rest waardoor je bloedverlies blijft houden.
Misselijkheid en braken
Veel vrouwen hebben last van misselijkheid en braken. Maar hoeveel last, verschilt van vrouw tot vrouw. De meeste vrouwen kunnen wel een manier vinden om er mee om te gaan.
Het is een misverstand dat zwangerschapsmisselijkheid alleen in de ochtend voorkomt. Heel veel zwangere vrouwen zijn op verschillende momenten van de dag misselijk. Naast de momenten van misselijkheid zijn er gedurende de dag meestal ook momenten waarop je wel kunt eten en drinken. Op die manier krijg je toch voldoende vocht en voedingsstoffen binnen.
Zwangerschapsmisselijkheid begint vaak rond de 6 weken van de zwangerschap. De klachten zijn het ergst rond de 8 tot 9 weken en verdwijnen meestal ergens tussen de 16 en 20 weken.
Naast misselijkheid kun je ook last hebben van meer slijm in de mond. Je ruikt vaak beter. Bepaalde geuren kunnen je misselijk maken, zoals bijvoorbeeld de geur van rauw vlees. Dat moet je dan ook niet eten als je zwanger bent.
Misselijkheid en braken zijn normale verschijnselen in de zwangerschap. Braak je heel veel of langdurig? Dan neem je te weinig voedingsstoffen op. Dit kan mogelijk wel nadelig voor de baby zijn. We zien geen verband met aangeboren afwijkingen. Maar baby’s zijn gemiddeld wel lichter van gewicht. Ze hebben mogelijk op latere leeftijd meer risico op diabetes, hart en- vaatziekten en overgewicht.
Als je steeds misselijk bent en je veel moet braken, kan het plezier in je zwangerschap overgaan. Als het erg is kun je gewone bezigheden niet meer doen. Het lukt dan bijvoorbeeld niet om te koken. Of je kunt niet meer werken. Veel vrouwen hebben negatieve gevoelens. Ze vragen zich af waarom ze geen roze wolk hebben. Al deze gevoelens zijn normaal. Je mag verdrietig zijn dat je je niet lekker voelt. Soms helpt het om erover te praten, met je partner, familie, vrienden of met de verloskundige. Ook voor je partner is dit vaak een moeilijke tijd. Je partner kan je zo goed mogelijk ondersteunen, maar kan je klachten niet wegnemen. Dit voelt machteloos.
HCG
We weten dat het zwangerschapsbraken samenhangt met het hormoon HCG. Je placenta maakt dit hormoon. In het begin van de zwangerschap stijgt het HCG snel. Na drie maanden neemt de productie af. De meeste vrouwen krijgen vanaf die tijd minder last. Ben je zwanger van een tweeling? Dan heb je meer kans op klachten. De HCG productie is dan hoger.
We weten niet waarom de ene vrouw wel veel last heeft van misselijkheid en braken en de ander niet. Ben je eerder zwanger geweest en had je toen veel last? Dan is de kans groter dat je nu ook weer klachten krijgt. Heb je last van stress? Stress kan je klachten verergeren.
Soms zijn er andere oorzaken voor het braken, zoals een maagontsteking of een andere infectie.
Zwangerschapsmisselijkheid is niet te voorkomen. Onderstaande tips en adviezen kunnen je wel helpen om met de misselijkheid om te gaan. Belangrijk is dat je goed oplet op wat bij jou werkt.
Probeer voor het opstaan iets te eten, zoals een droog crackertje. Begin je dag rustig en neem de tijd.
Eet kleine maaltijden regelmatig over de dag verdeeld. Zorg dat je maag nooit helemaal leeg is. Een lege maag kan leiden tot misselijkheid. Maaltijden met veel koolhydraten en weinig vet, kun je vaak beter verdragen. Denk aan aardappelen, rijst, pasta, droge crackers en biscuits.
Heb je geen zin in bepaald eten? Of staat het je tegen? Eet dit dan niet. Eet alleen wat je lekker vindt.
Probeer anderhalf tot twee liter vocht te nemen. Lukt het drinken niet? Probeer dan fruit of waterijs. Hele koude dranken of juist hele warme dranken gaan vaak beter dan dranken op kamertemperatuur. Neem geen dranken met koolzuur. Drink alleen wat je lekker vindt.
Het kan helpen wat lichts te eten of bouillon te drinken. Zoek een rustig plekje en probeer je te ontspannen.
Vaak helpt het meer rust te nemen en je niet steeds te haasten. Bespreek zo mogelijk met je partner of op je werk wat je kan helpen.
Van gember is bekend dat het een goed effect heeft op misselijkheid. Je kunt gemberthee proberen of capsules. Deze kun je bij de drogist kopen. Het advies is maximaal 4 keer per dag 250 mg gember te gebruiken.
Medicijnen
Helpen deze adviezen niet genoeg? Vraag dan je huisarts of gynaecoloog een medicijn. Veel gebruikte medicijnen zijn: Emesafene, Primperan en Zofran. De medicijnen zorgen ervoor dat het gevoel van misselijkheid afneemt en het braken onderdrukt wordt.
Bij ongeveer één tot twee op de honderd zwangere vrouwen kan zwangerschapsbraken een ernstige vorm aannemen. Neem contact op met je verloskundige, huisarts of gynaecoloog als je
24 uur niets meer binnen hebt gehouden
continu moet braken of als je alleen nog maar gal, slijm of bloed braakt
geen water meer binnen houdt, minder plast en je urine donker is of als je een droge tong en lippen hebt en veel dorst hebt
duizeligheid bent en neigt tot flauwvallen of verward bent
last hebt van harde ontlasting en moeilijk naar het toilet kunt (obstipatie)
meer dan 3-5 kilo bent afgevallen sinds het begin van de zwangerschap
andere klachten hebt zoals pijn in het maagkuiltje of als je koorts hebt
klachten na 10 weken zwangerschapsduur zijn begonnen
Je verloskundige of huisarts verwijst je als de klachten ernstig zijn naar het ziekenhuis. Meestal word je opgenomen en krijg je een infuus. Veel vrouwen voelen zich daarna snel beter.
Medicatie bij misselijkheid
Werking:
Emesafene bestaat uit twee medicijnen: meclozine en pyridoxine. Meclozine is een antihistaminicum. Het remt het braakcentrum via de hersenen en de maag. Pyridoxine is vitamine B6. Hoe het werkt bij braken en misselijkheid is niet bekend, maar het is wel aangetoond dat het werkt. Werking: na 1–2 uur (meclozine). Werkingsduur: ca. 8 uur (meclozine).
Twee tabletten per dag. Kan ook als zetpil. Na 7-10 dagen zo mogelijk stoppen.
Meclozine en pyridoxine passeren de placenta. Er zijn geen aanwijzingen voor schadelijke effecten bij de baby. Er is veel ervaring met dit medicijn bij gebruik voor misselijkheid en braken in de zwangerschap.
Soms slaperigheid: 1 op 1000 tot 10 op 1000 vrouwen heeft hier last van(1 tot 0.1%).
Je kunt een verminderd reactie- en concentratievermogen krijgen. Let op of je daar last van hebt. Dan kun je beter niet autorijden.
Heb je epilepsie, versnelde schildklierwerking of een hoge bloeddruk? Overleg dan met je arts.
Blijf je veel braken? Neem dan ook contact op met je arts (zie onder).
Houd je last van misselijkheid? Overleg of je een ander medicijn kunt proberen.
Werking
De werkzame stof van Primperan is metoclopramide. Dit is een dopamine-antagonist. Dit medicijn werkt via remming van het braakcentrum in de hersenen. Het zorgt dat eten makkelijker door de maag gaat.
Maximaal 3 tabletten van 10 mg per dag, maximaal 5 dagen. Kan ook als zetpil.
Er zijn geen aanwijzingen voor schadelijke effecten bij de baby. Er is veel ervaring met dit medicijn bij gebruik in de zwangerschap.
Zeer vaak slaperigheid: meer dan 10 op 100 vrouwen heeft hier last van(>10%).
Vaak parkinsonachtige verschijnselen, depressie, verminderd bewegen, of diarree: 1 op 100 tot 10 op 100 vrouwen heeft hier last van(1 tot 10%).
Soms hallucinaties, trage hartactie, verlaagd bewustzijn: 1 op 1000 tot 10 op 1000 vrouwen heeft hier last van (0.1 tot 1%).
Je kunt een verminderd reactie- en concentratievermogen krijgen. Let op of je daar last van hebt. Dan kun je beter niet autorijden.
Gebruik je een antidepressivum of ben je bekend met een neurologische aandoening? Overleg dan met je arts.
Heb je last van bijwerkingen? Stop met het medicijn en overleg met je arts.
Blijf je veel braken? Neem dan ook contact op met je arts (zie onder).
Houd je last van misselijkheid? Overleg of je een ander medicijn kunt proberen.
Werking
De werkzame stof van Zofran is ondansetron. Het is een 5-HT3-receptorantagonist. Dit medicijn remt de braakreflex zowel via de maag als via de hersenen.
2 smelttabletten van 4 of 8 mg per dag. Kan ook als zetpil, dan 16 mg 1 per dag.
Dit middel is niet geregistreerd voor gebruik in de zwangerschap. Tot zover zijn er geen schadelijke werkingen bekend.
Zeer vaak hoofdpijn: meer dan 10 op 100 vrouwen heeft hier last van(>10%).
Vaak opvliegers of obstipatie: 1 op 100 tot 10 op 100 vrouwen heeft hier last van(1 tot 10%).
Soms insulten, bewegingsstoornissen, hartklachten, lage bloeddruk of hikken: 1 op 1000 tot 10 op 1000 vrouwen heeft hier last van (0.1 tot 1%).
Ben je bekend met een hartprobleem? Overleg dan met je arts.
Heb je last van bijwerkingen? Stop met het medicijn en overleg met je arts.
Blijf je veel braken? Neem dan ook contact op met je arts (zie onder).
Houd je last van misselijkheid? Overleg of je een ander medicijn kunt proberen.
bellen2.png
Jeuk in de zwangerschap
Jeuk in de zwangerschap komt vaak voor. Ongeveer 20 procent van de zwangere vrouwen krijgt hier last van. Je kunt zo veel last hebben dat je steeds moet krabben. Mogelijk kun je niet meer slapen van de jeuk. Meestal is zwangerschapsjeuk onschuldig. Bij een deel van de vrouwen komt de jeuk door stuwing van gal. Voor de moeder is dit niet gevaarlijk, maar mogelijk wel voor de baby. Neem daarom contact op met je verloskundige of gynaecoloog als je ernstige jeuk hebt.
Zwangerschapsjeuk
Verandering huid
Je kunt jeuk krijgen door rek van de huid. Je buik groeit snel en je huid kan de groei niet goed bijhouden.
Je kunt een huidaandoening hebben met veel jeuk zoals eczeem of psoriasis. Hierbij krijg je een rode en schilferende huid. Meestal weet je al dat je deze huidaandoening hebt. Heb je als kind eczeem gehad? Mogelijk krijg je weer last in de zwangerschap.
Er zijn ook een paar huidaandoeningen met jeuk die alleen in de zwangerschap voorkomen. Je ziet daarbij rode bultjes, rode uitslag of blaasjes. Voorbeelden zijn herpes gestationes en PUPPP.
Een andere oorzaak voor jeuk is galstuwing. Bij galstuwing is het vervoer van gal in de lever te traag. Gal bevat zuren. Als gal langer in de lever blijft, kan gal de lever tijdelijk beschadigen. Daarnaast kunnen zuren uit de gal in het bloed komen. Als je galstuwing hebt, krijg je hevige jeuk. Sommige vrouwen krijgen ook geelzucht. Deze ziekte is niet gevaarlijk voor de moeder, maar mogelijk wel voor de baby. We kunnen in je bloed de galzuren meten. Als je galzuren te hoog zijn, heb je galstuwing. Een ander woord voor galstuwing is cholestase.
Heb je zwangerschapsjeuk met huiduitslag? Meestal krijg je een verwijzing voor een huidarts (dermatoloog). Je kunt ook uitslag krijgen door krabben. Daarvoor heb je geen verwijzing nodig.
Heb je ernstige jeuk op je handpalmen of voetzolen? Of over je hele lichaam? Dan krijg je een verwijzing naar de gynaecoloog. Je krijgt bloedonderzoek om te weten of je galstuwing hebt.
Probeer niet te krabben. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Maar als je krabt wordt het alleen maar erger. Knip en vijl in elk geval je nagels kort, zodat je je minder kunt verwonden.
Zorg dat je huid niet uitdroogt. Baden met amandelolie kan je huid een beetje rust geven. Gebruik een crème die vocht inbrengt of huidolie zonder parfum.
Mentholgel, mentholzalf of poeder werkt wat verkoelend. Daardoor kan de jeuk afnemen.
Geef je huid lucht. Draag katoenen, losse kleding. Gebruik katoenen beddengoed. Gebruik een wasmiddel zonder parfum.
Neem een koud bad of een koude douche, dit kan verkoelend werken. Zorg wel dat je huid niet uitdroogt.
Neem contact op met je verloskundige of gynaecoloog als je last hebt van de volgende klachten:
Ernstige jeuk op handpalmen en/of voetzolen of over het hele lichaam
Bekkenproblemen in de zwangerschap
Kies de houding die je het prettigst vindt. Veel vrouwen kiezen voor zijligging. Houd beide knieën gebogen. Je kunt een klein kussentje tussen de knieën doen. Je kunt ook het onderste been gestrekt houden en het bovenste gebogen. Met daaronder een klein kussen.
Er is eigenlijk geen goede zithouding. Als je lang blijft zitten is dit belastend voor je lichaam. Afwisselen is belangrijk. Ga zo ontspannen mogelijk zitten, met de benen iets uit elkaar en de knieën iets naar buiten gedraaid. Schuif de billen zoveel mogelijk naar achteren op de stoel. Ga met een rechte rug tegen de leuning aan zitten en plaats je voeten op de grond. Een kussen onder in de rug kan prettig voelen. Ga niet met het ene over het andere been zitten.
Opstaan en gaan zitten
Om uit de stoel te komen, kun je het beste eerst naar voren schuiven met de billen. Plaats dan de voeten achter elkaar of in een lichte spreidstand. Breng het bovenlichaam naar voren, zodat je zwaartepunt boven de voeten komt. Til dan je lichaam van de zitting, strek de heupen en span je bilspieren. Je kunt daarbij steunen met je handen op de bovenbenen.
Opstaan uit een hoge stoel gaat makkelijker dan vanuit een lage stoel.
In rugligging: eerst omdraaien naar de zij. Je doet dat door de knieën op te trekken. Met je arm zet je de beweging in gang. Je draait dan in een keer met je hele lichaam om.
Vanuit zijligging met opgetrokken knieën, afzetten met de ellenboog van de onderste arm. Tegelijkertijd je benen buiten het bed laten komen. Zo kom je rechtop.
In bed gaan liggen: eerst op het bed gaan zitten. Daarna op de zij gaan liggen.
Staan
Veel vrouwen die zwanger zijn, vinden staan vermoeiend. Het is lastig om een geode balans te vinden. Verdeel je gewicht over beide voeten. Je kunt een betere balans vinden door je hele lichaam iets naar achteren te brengen. Je voelt dan wat meer druk op de hielen. Houd je rug lang. Houd je knieën licht gebogen.
Sta niet te lang stil. Beweeg steeds een beetje naar links en naar rechts en naar voren en naar achteren.
Ga niet op een been hangen. Dan belast de banden rondom het bekken en de heupen.
Blijf met normale passen lopen. Maak gebruik van het zwaaien van de benen en de armen. De rechterarm naar voren als het linkerbeen naar voren gaat.
Probeer niet met kleine pasjes te lopen en niet te slenteren.
Als je de trap opgaat, kun je het beste een beetje voorover leunen. Zet je voet op de volgende trede en strek de heup waardoor je bekken boven de knie komt.
Tiltechnieken
Voorkom onnodig bukken en tillen!
Ga met de voeten recht voor het voorwerp staan dat je wilt tillen. Ga met de voeten wat verder uit elkaar staan.
Draai de knieën naar buiten. Pak het voorwerp op. Span daarbij buik-, bil-, en bekkenbodemspieren. Haal zoveel mogelijk kracht uit de benen. Houd de rug gestrekt.
Draag het voorwerp zo dicht mogelijk bij je.
Til niet te zwaar.
Span buik-, bil-, en bekkenbodemspieren. Buk met een rechte rug vanuit de heup. Buig de knieën. Zorg dat de knieën niet voorbij de voeten komen.
Als je omhoogkomt, tegelijk knieën strekken en bovenlichaam oprichten. De kracht komt zo uit de benen.
Mogelijk kan je meer spullen hoger leggen, zodat je minder hoeft te bukken.
Fietsen
Neem een fiets waar je makkelijk op en af kunt stappen. Een fiets met een laag frame. Gebruik een goed zadel: breed en gevuld met gel. Als je last van druk bij de schaamlippen hebt, is een gleuf in het midden van het zadel vaak een oplossing.
Autorijden
Het in en uit de auto stappen is vaak het moeilijkst. Als je een plastic zak op de stoel legt, kun je makkelijker draaien. Bij het instappen: eerst dwars op de stoel gaan zitten met de voeten nog buiten naast elkaar. Dan naar binnen draaien op de plastic zak. Doe de beweging met beide benen gelijk. Zo voorkom je scharnierbeweging in het bekken. Naar buiten doe je het dan precies andersom.
Verwijzing bekkenfysiotherapeut
Als je last blijft houden van je bekken, adviseren we een verwijzing naar een bekkenfysiotherapeut. Zij onderzoekt je. Ze kijkt of je goed staat en hoe je je spieren gebruikt. Met gerichte oefeningen kun je de spieren rond het bekken, de lage rug versterken. Ze helpt je bij het zoeken naar balans. Voldoende beweging om je spieren sterker te maken en voldoende rust om overbelasting te voorkomen. Ze geeft je tips hoe je dit in je dagelijkse activiteiten kunt toepassen.
Deze tekst is voor een groot deel overgenomen uit de folder bekkenfysiotherapie Tigra Fysiotherapie Heerenveen.
Regelen en beslissen
Regelen en beslissen
Je moet veel regelen en beslissen in de zwangerschap. We geven een overzicht van wat je in welke periode kunt doen. Lees ook de teksten van mijn zwangerschap, mijn bevalling en mijn kraambed. Hierin kunnen adviezen staan die voor jou persoonlijk van belang zijn.
Lees Meer
Regelen Vertellen aan je werkgever: liefst zo snel mogelijk Zwangerschapsverklaring: liefst zo snel mogelijk Erkennen: liefst voor 24 weken Kraamspullen: liefst voor 26 weken Babykamer & babyspullen: liefst voor 26 weken Cursus borstvoeding en zwangerschapscursus: liefst voor 24 weken opgeven! Opgeven poliklinische bevalling: voor 37 weken Beslissen 20 weken echo Bevalplan: 34-36 weken Thuis of in het ziekenhuis bevallen Tips Wanneer waarschuwen: liefst zo snel mogelijk Voorbereiden bevalling terug naar het menu van deze pagina >>
Als je de termijnecho hebt gehad moet of kun je het volgende regelen.
Aanvragen kraamzorg: tot 20 weken
Vraag zo vroeg mogelijk kraamzorg aan tot uiterlijk 20 weken. Dan is de kans het grootst dat je het aantal uren zorg krijgt dat je nodig hebt. Het wettelijke minimum is 24 uur over 8 dagen verdeeld.
Je bent uiterlijk 3 weken voor de ingang van je verlof verplicht om je werkgever op de hoogte te brengen. Maar vanwege vervanging is het natuurlijk beter als je dit zo snel mogelijk doet. Verder kun je ook nagaan of er voor jou aanpassingen nodig zijn. Denk bijvoorbeeld aan onregelmatig werk, werken met gevaarlijke stoffen enz.
Bij een van de eerste bezoeken krijg je een zwangerschapsverklaring. Vraag er zo nodig naar. Met je zwangerschapsverklaring vraag je je verlof aan bij de werkgever. Als je zelfstandig bent of werkloos zijn er andere regels.
De verklaring is verder nodig als je wil vliegen. De luchtvaartmaatschappij vraagt ernaar.
Als je niet getrouwd bent, is de biologische vader niet automatisch de officiële vader van je kind. Hij moet het kind daarom erkennen. Dit kan bij de Burgerlijke Stand van de gemeente waar je woont.
Zie verder voorbereiden kraamtijd
Vraag het kraampakket bij je verzekering aan. Deze wordt meestal ronde de 34 weken opgestuurd.
Zorg dat er een tas voor het ziekenhuis klaar staat in geval van. Liefst voor 26 weken.
Zorg dat je spullen in huis hebt voor de kraamperiode liefst voor 34 weken.
Zie voor een volledige lijst voorbereiden kraamtijd
Zorg dat je de babykamer liefst voor 26 weken klaar hebt. Aan het eind van de zwangerschap kun je beter niet zwaar tillen. Mogelijk heb je meer rust nodig.
Wil je samen met je partner de spullen voor de baby uitzoeken? Doe dit ook al op tijd in je zwangerschap.
Zie voor tips voor veilige spullen voorbereiden kraamtijd
Geef je op tijd op voor een cursus borstvoeding en een zwangerschapscursus. Per cursus verschilt wanneer je het beste kunt starten.
Heb je persoonlijke vragen over borstvoeding? Neem zo nodig contact op met een lactatiekundige.
Zie voor informatie over keuze voor borstvoeding voorbereiden kraamtijd
Heb je geen medische indicatie en kies je voor een ziekenhuisbevalling? Informeer bij je verzekering naar de kosten. Meld je via het aanmeldformulier aan via Tjongerschans – Poliklinisch bevallen of via je verloskundige.
Onderzoeken syndroom van Down: voor 11 weken
Vanaf 11 weken kun je onderzoek laten doen naar onder andere het syndroom van Down. Je beslist zelf of je dit wilt en welk onderzoek. De verloskundige of gynaecoloog vraagt bij de termijnecho of je hierover informatie wilt hebben. Zie verder bij controles en onderzoeken
De 20 wekenecho wordt ook wel het SEO genoemd. SEO staat voor Structureel Echoscopisch Onderzoek. Je kiest zelf of je deze echo wilt laten maken. Er zijn geen kosten aan verbonden. De echo gebeurt via de buik. Het onderzoek vindt plaats tussen de 18 en 22 weken.
Zie voor informatie zwangerschap controles en onderzoeken
In een bevalplan kun je aangeven wat jij en je partner belangrijk vinden. Je verloskundige vraagt ernaar om samen je bevalling voor te bereiden.
Heb je geen medische indicatie? Dan kun je kiezen waar je wilt bevallen: thuis of in het ziekenhuis.
Zie voor informatie: waar bevallen
Leefstijl en adviezen: liefst zo snel mogelijk
Lees leefstijl en adviezen zo snel mogelijk goed door. Al vroeg in de zwangerschap is het belangrijk dat je weet wat je beter wel en wat je beter niet kunt doen.
Je vindt informatie over voeding, vitamines, alcohol en roken, risico infectieziekten en kinderziekten. Ook over hobby’s, sport en werk.
Bij zwangerschap-wanneer waarschuwen lees je per periode wanneer je contact moet opnemen. Je verloskundige geeft je bij je controle hier ook informatie over.
Wil je je op je bevalling voorbereiden? Bij een zwangerschapscursus krijg je hierover informatie. Je oefent ademhalingstechnieken om de weeën op te vangen. Bij bevalling voorbereiden vind je nog een aantal tips.
Wanneer waarschuwen?
Wanneer je ongerust bent of klachten hebt, dan mag je natuurlijk altijd je gynaecoloog of verloskundige om raad vragen.
Wij geven je hierbij een aantal problemen of klachten aan waarbij contact opnemen met je gynaecoloog of verloskundige echt belangrijk is!
Lees Meer
Tot 13 weken Tot 26 weken Van 26 weken tot je bevalling Klachten hoge bloeddruk/HELLP syndroom HELLP syndroom Wanneer waarschuwen Neem meteen contact op met je verloskundige of gynaecoloog bij: Minder leven voelen Waarom is leven voelen belangrijk? Ben je meer dan 28 weken zwanger? Ben je ongerust? Als je denkt dat je bevalling te vroeg begonnen is terug naar het menu van deze pagina >>
Overleg altijd met je verloskundige of gynaecoloog als je:
Overleg altijd met je verloskundige of gynaecoloog als je
Overleg altijd met je verloskundige of gynaecoloog ook buiten werktijd (in het weekend, avond of nacht) als je het volgende hebt:
en verder:
Tijdens de zwangerschap kan je bloeddruk hoger worden. Dit heet hoge bloeddruk of hypertensie. Vaak heb je geen klachten en merk je er niet zo veel van. Hoge bloeddruk is op zich niet gevaarlijk. Soms kun je wel klachten krijgen. Ernstige vormen van hypertensie kunnen wel gevaar opleveren voor jezelf en je zwangerschap. Daarom meten we bij elke controle je bloeddruk.
Je kunt ook een HELLP syndroom krijgen. Dit komt niet vaak voor. Maar als je het krijgt, heb je op tijd medische zorg nodig. Bij het HELLP syndroom werkt de lever niet meer goed en ontstaan er problemen met je bloed. HELLP staat voor Hemolyse (afbraak van de rode bloedcellen) Elecated Liver enzymes (verhoogde leverenzymen) en Low Platelets (een laag aantal bloedplaatjes). Je voelt je ziek en moet meteen opgenomen worden in het ziekenhuis.
Heb je al een hoge bloeddruk? Dan krijg je persoonlijk advies wanneer je moet waarschuwen.
Is je bloeddruk steeds goed? Dan kan soms de bloeddruk in een korte periode stijgen en klachten geven of een HELLP syndroom ontstaan.
Het voelen van je baby geeft je een vertrouwd gevoel. Vanaf 16- 20 weken zwangerschap kan je je baby meestal voelen bewegen. De bewegingen zijn in het begin nog zwak, maar worden sterker naarmate de baby groeit. ‘Leven voelen’ wordt dit ook wel genoemd.
Je baby krijgt voeding en zuurstof via de placenta (moederkoek). Als de werking van de placenta minder wordt, kan de conditie van je kind achteruit gaan. Het zal minder gaan bewegen. Het is belangrijk dat je de bewegingen van je baby voelt zoals jij dat gewend bent.
Voel je je onzeker over de bewegingen van je baby?
Ga dan twee uur op je linkerzij liggen en voel de bewegingen in je buik.
Beweegt je baby minder dan tien keer in deze twee uur?
Neem contact op met je verloskundige of gynaecoloog.
Wacht niet tot de volgende dag!
Neem contact op als je bevalling mogelijk voor 37 weken begint.
Symptomen van een aanstaande bevalling (kunnen) zijn: